Cultuur, loop vooruit

Aangezien Belgische regeringsvormingen lang kunnen duren, kan de cultuursector misschien best nu alvast aan intern overleg beginnen. Over de muren van de verdeel-en-heers heen kan zo een eigen constructieve cultuurpolitiek in stelling worden gebracht die te verwachten afbraakpolitiek kan weerstaan.
Cultuur, loop vooruit

Let’s hack the system together, shift the paradigm, break the trance…

 

Aangezien Belgische regeringsvormingen lang kunnen duren, kan de cultuursector misschien best nu alvast aan intern overleg beginnen. Over de muren van de verdeel-en-heers heen kan zo een eigen constructieve cultuurpolitiek in stelling worden gebracht die te verwachten afbraakpolitiek kan weerstaan.

Niemand representeert de kunstenaar, zo stelde Joost Vandecasteele terecht tijdens een debat met Siegfried Bracke in de reeks 4x4 Kiezen is een kunst in Campo georganiseerd door het cultuurtijdschrift Rekto:Verso. Als solidaire cultuurliefhebbers reiken we daarom graag een gedachtenexpermiment aan. 

Worst case scenario

De beste voorbereiding bestaat er erin met het ergste rekening te houden: de cultuursector mag zich na 25 mei sowieso aan kwaad weer verwachten. Er wordt al overal in Europa flink op cultuur bespaard, ook bij ons op gemeentelijk vlak. Dat maakte de oproep van Red De Cultuur al pijnlijk duidelijk met een tableau vivant van de kaalslag.

Het Vlaamse cultuurbudget, slechts 1,6% van het totale budget, is sinds 2009 met 8 miljoen euro gedaald, hoewel de sector groter en duurder is geworden. Maar in 2012 had de ‘belastingsregering’ Di Rupo naar verluidt wel 11 miljard euro uitgegeven aan steun voor bedrijven, toch maar even 22 maal het totale Vlaamse cultuurbudget.

Bovendien moet België volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) 12,9 miljard euro besparen tegen 2018. Dan is er nog het prijskaartje van de 6de staatshervorming: Vlaanderen krijgt weliswaar meer geld maar ook meer bevoegdheden waardoor er netto stevig bespaard moet worden.

Besparen op cultuur is altijd een ideologische keuze en reken maar dat in deze tijden van neoliberalisme vooral sociale en culturele sectoren de factuur doorgeschoven krijgen: winstbejag krijgt voorrang.

Zoals bij elke crisis, zal de zogeheten uitzonderingstoestand tevens een hefboom voor creatieve destructie zijn: nog meer instrumentalisering en vermarkting van de publieke sectoren. Stel u tevens voor dat Siegfried Bracke de volgende Cultuurminister wordt. De aangestuurde wedloop om middelen en macht wordt dan een complete cultuurstrijd. 

Een eigen cultuurminister

Er is enig animo rond theatermaker Chokri Ben Chikha die zich kandidaat-Cultuurminister stelde. Hoewel Chokri aangeeft dat dit niet om zijn persoon gaat, wel om het idee als sector zelf het lot in handen te nemen, reageerden heel wat prominente cultuurpolitici opvallend onderkoeld. Uittredend Cultuurminister Schauvliege beantwoordde dit gebaar steevast diplomatisch: een kunstenaar als minister kan, maar hoeft niet.

Echter, tijdens het ‘volksparlement’ waarmee de bovenvermelde debatreeks Kiezen in Kunst vorige dinsdag afsloot, reageerde ze wel opvallend defensief: Waar gaat het naartoe als elke sector zijn minister voorstelt en is dit dan geen corporatisme? De dooddoener: wie gaat de sector dan voordragen misschien?

Schauvliege vergeet hier niet alleen dat er in heel wat sectoren wel degelijk veel sectorleden de politieke arena in worden gestuurd, weliswaar voornamelijk vanuit de bancaire en ondernemerswereld. Denken we bijvoorbeeld aan Koen Geens (BNP Paribas Fortis) en Kris Peeters (Unizo). Ze gaat ook voorbij aan de grond van de zaak, namelijk dat de sector iemand wil die met kennis van zaken haar voluit belangen verdedigt.

Is het overdreven te stellen dat de huidige Cultuurminister eerder haar Minister-president representeert dan de sector? Is het onwaar dat cultuur vandaag stiefmoederlijk wordt behandeld? Waarom anders die breed opgezette campagne Ik kies voor kunst?

Het zou onze democratie bovendien ten goede komen als meer sectoren en het middenveld solidair hun eigen representatie en beleid mee zouden mogen onderhandelen. Dan verschuift de dialectiek die politiek altijd is van een krachtmeting tussen sector en kabinet naar het spanningsveld binnen de commissies en parlementen.

Het is overigens best bevreemdend dat een minister haar eigen sector in the face corporatisme verwijt zodra die voorstelt gezamenlijk haar belangen te verdedigen in samenspraak met haar politieke vertegenwoordigers.

Was het niet Schauvliege die meermaals verklaarde dat er voor cultuur geen draagvlak is in het parlement? Cultuurpolitiek is vandaag een symbolische strijd die de sector ruim overschrijdt: zetten we in op sociaal-culturele emancipatie of dividendeneconomie?

Schaduwregering

Waarom zou deze creatieve sector passief aan de zijlijn blijven staan en afwachten welke neofiet er nu weer als wit konijn tot Cultuurminister wordt uitgeroepen? Dat brengt ons bij die ministeriële dooddoener: wie draagt de sector voor?

De oefening is snel gemaakt. Koen Brams, moderator bij bovenvermelde debatten, beschikt over een grote kennis over kunst, kunstensector en cultuurbeleid. Hij heeft ervaring als bestuurder, is objectief en kritisch. In de lijn van het ‘volksparlement’ is hij een goede kandidaat als informateur die samen met een voor de gelegenheid aangeduide cultuurraad, met woordvoerders van elke deelsector, een concept-regeerakkoord opstelt.

Laten we de klemtoon bij kunstenaars leggen eerder dan cultuurmanagers of belangenbehartigers en neem bijvoorbeeld Josse De Pauw (theater), Jeroen Olyslaegers (literatuur), Anne Teresa De Keersmaeker (dans), Luc Tuymans (Beeldende Kunst), enz. in overweging. Voor alle duidelijkheid: de vermelde personen zijn niet op de hoogte van deze afweging, zodat het ook voor hen een geestelijke oefening mag zijn. Play jazz… .

Deze raad kan haar nota door bijvoorbeeld formateur Ruth Joos laten bemiddelen bij de regeringspartijen. Het zou die kloof tussen politiek en kunst alvast minimaliseren: uitgaande van de verzameling bezorgheden en voorstellen kan dan een solidair kunstkabinet worden samengesteld en een minister gezocht die deze nota als startpunt en beleidskader neemt.

De sector vermijdt zo nog meer uiteen te worden gespeeld of via een operatie ‘cultuurforum’ in een schijnoverleg te worden getrokken waarin de minister selectief de eindregie behoudt en de sector uiteindelijk vooral haar oppositiekracht verspeelt.

De hete hangijzers? Een eigen minister voor cultuur, meer cultuur in het onderwijs, meer solidariteit tussen instituto’s in hun strijd tegen de uitverkoop, de marginalisering van de kunstenaar in de eigen sector, nood aan meer diversiteit, meer openheid naar andere sectoren, tenzij natuurlijk ten aanzien van de creatieve industrie die top down met steun vanuit Europa de kunstensector maximaal wil annexeren.

Voor de onafhankelijkheid van kunst wordt al veel gestreden. Laten we het eens over de onafhankelijkheid van de kunstensector hebben. Wie wil er trouwens in een cultuur leven waar de waarde van kunst en cultuur voortdurend moet verdedigd worden?

Let’s hack the system together, shift the paradigm, break the trance… .

Luce Beeckmans (UGent), Eric Corijn (VUB), Lieven De Cauter (KUL, RITS), Ico Maly (Kif Kif, RITS), Hugo Franssen (Red De Cultuur), Eric Goeman (ATTAC), Robrecht Vanderbeeken (VUB, Victoria Deluxe), Dominique Willaert (Victoria Deluxe), leden van het kunstenaarscollectief State of The Arts.