Palestijns verzet tegen apartheid is (net als in Zuid-Afrika) een daad van menselijkheid
Tussen de apartheid in Zuid-Afrika en de hedendaagse apartheidsstaat Israël zijn duidelijke parallellen te trekken. Een bijzonder machtige en gewelddadige koloniale orde, en het verzet ertegen. Dat verzet verloopt in beide landen eerst vreedzaam. Maar bij systematische afwijzing blijkt - zoals bij vele dekolonisatieprocessen - ook gewapend verzet onvermijdelijk. Hoe tragisch het gebruik van geweld ook is, laten we verzet tegen apartheid en kolonisatie blijven zien voor wat het is: een daad van menselijkheid.

1948. Het jaar dat in het collectief geheugen van zowel Palestijnen als Zuid-Afrikanen gegrift is. Het is het jaar waarin de aftrap zou worden gegeven voor flagrante mensenrechtenschendingen. Terwijl in Zuid-Afrika apartheid zijn intrede deed, zou Palestina te maken krijgen met de Nakba oftewel de etnische zuivering van de Palestijnen. Diezelfde Palestijnen zouden in een latere fase ook voor lange tijd de bittere smaak van apartheid in de mond krijgen.
Veel Zuid-Afrikanen voelen zich vandaag de dag dan ook verbonden met de strijd tegen apartheid en kolonisatie die de Palestijnen voeren in Israël, de Westoever en Gaza. De twee landen zijn verbonden door ontmenselijking door een koloniale agressor en de noodzaak van gewapend verzet om zich te bevrijden van die overheersing. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Zuid-Afrika eind 2023 een officiële klacht indiende tegen de genocide die de Israëlische staat pleegt in Gaza, en het apartheidssysteem in het land.
Apartheid in Zuid-Afrika en Palestina
Apartheid in Zuid-Afrika kreeg vorm door een witte minderheid die de macht had en die een zwarte meerderheid uitsloot op alle mogelijke manieren. Een diep racistisch beleid dwong zwarte mensen om in townships en reservaten te leven, terwijl witte mensen in de steden woonden. Zwarte Zuid-Afrikanen mochten in de publieke ruimte niet overal komen. De segregatie was van die aard dat het sociale, politieke en economische leven volledig gescheiden werd. Op economisch vlak werd de zwarte bevolking op allerlei manieren beperkt in hun ontwikkeling. Bovendien mochten zij zich niet politiek organiseren, noch meedoen aan het politiek bestel. Het ging zo ver dat de doodstraf werd ingevoerd voor hen die zich verzetten tegen apartheid.
Hoewel de Nakba de basis zou leggen voor Israël’s apartheidsstaat, zou dit systeem vooral vanaf de jaren '60 en '70 duidelijk merkbaar worden bij de Palestijnen in Israël, de Westoever en Gaza.
De overeenkomsten tussen het Israëlische en Zuid-Afrikaanse apartheidssysteem zijn groot. Het Israëlisch beleid, ook uitgevoerd door een witte minderheid, zit vol termen die lijken op die uit de Zuid-Afrikaanse geschiedenis. Zo wordt er vaak gesproken over hafradah, wat ‘scheiding’ betekent in het Hebreeuws.
Ook vanaf de jaren '60 komt eerst de Westoever en vervolgens Gaza onder Israëlische controle te staan, en worden steeds meer koloniale nederzettingen van Joodse Israëliërs gesticht. In een tweede fase installeert de Israëlische staat een militaire rechtsysteem voor de Palestijnen tegenover een burgerlijk rechtssysteem voor de Israëliërs. Vervolgens krijgen de Palestijnen te maken met een steeds intensere systematische discriminatie, fysieke segregatie en gewelddadige onderdrukking.
De zogenoemde ‘Apartheidsmuur’ op de Westoever is één van de meest zichtbare uitingsvormen van de hele Hafrada-doctrine. Maar ook de eerdergenoemde verschillende rechtssystemen voor Israëliërs en Palestijnen hebben een enorme discriminerende impact. Denk bijvoorbeeld aan hoe Palestijnse en Israëlische kinderen verschillend worden behandeld als ze bijvoorbeeld met stenen gooien.
In een video op Instagram legt de Amerikaanse schrijver en activist Phyliss Bennis kraakhelder uit hoe dat in zijn werk gaat: een Israelisch kind wordt aangehouden en vervolgd onder het klassieke jeugdrechtsysteem – een systeem dat we ook hier in België kennen. Het kind wordt bijgestaan door een advocaat en haar ouders. Vragen kunnen door de advocaat beantwoord worden, en alles gebeurt in een taal die het kind begrijpt. Het hele systeem staat kortom in functie van de rechten van het kind.
Een Palestijns kind daarentegen, moet zich verantwoorden in een militaire jeugdrechtbank. Het kind wordt weggehaald bij de ouders en zonder advocaat naar een geheime locatie gebracht. Het gesprek verloopt in het Hebreeuws, een taal die het kind niet begrijpt. Waarom die ongelijke behandeling? Enkel en alleen omdat beide kinderen een andere etniciteit, religie en nationaliteit hebben.
Het verzet van het ANC en PAC
Verschillende burgerrechtenbewegingen zoals het ANC (Afrikaans Nationaal Congres) van Nelson Mandela en later ook het PAC (Pan Afrikaans Congres) van Steve Biko zijn met verzet en met binnenlandse en buitenlandse partnerschappen erin geslaagd om apartheid in Zuid-Afrika te ontmantelen.
Eerst probeerden ze dat met vreedzame protesten, boycottacties en dialoog. Maar dat bleek niet voldoende. Wat had je anders verwacht? Dat de kolonisator na vreedzame pogingen vriendelijk zou zeggen dat hij het systeem ging veranderen? Dus veranderde de strategie van de verzetsstrijders door ook in te zetten op sabotage-aanvallen op spoorwegen, stroomkabels en overheidsgebouwen.
Gewelddadig verzet was onvermijdelijk omdat het geweld van de kolonisator zo overweldigend was. Maar het was ook tragisch, omdat de aanvallen op infrastructurele doelwitten vaak ook onschuldige slachtoffers maakten.
Die intensivering van het verzet kwam ook als reactie op een onterechte arrestatie voor hoogverraad van Mandela en extreem politiegeweld dat leidde tot een massamoord bij de Sharpeville-protesten. Niet veel later werd de protestleider Steve Biko vermoord door de autoriteiten.
Gewelddadig verzet was onvermijdelijk omdat het geweld van de kolonisator zo overweldigend was. Maar het was ook tragisch, omdat de aanvallen op infrastructurele doelwitten vaak ook onschuldige slachtoffers maakten. Naast de directe confrontatie met het regime, betekende het verzet ook zichzelf organiseren op het vlak van sociale en gemeenschappelijke dienstverlening. Zo werden eigen coöperatieven, ziekenhuizen, scholen, juridische hulpcentra en andere verenigingen opgericht. Mensen keerden zich af van, en creëerden alternatieven voor het koloniale administratieapparaat.
Het verzet van de PLO
De Palestijnen is vandaag hetzelfde lot beschoren. Het verzet daar is al sinds de jaren '30 aan de gang, toen de zionistische beweging in historisch Palestina voet aan de grond kreeg. Ook hier zocht men eerst toenadering om te onderhandelen. Toen dat niet lukte schakelde men over naar algemene stakingen en kwam het uiteindelijk tot (boeren)opstanden om de beperking van de Joods-zionistische immigratie maar vooral de koop en doorverkoop van land aan exclusief Joden tegen te houden.
Na 1948, toen de Nakba zich voltrok, ging de strijd van de Palestijnen onverminderd door. In deze periode probeerden tienduizenden Palestijnse vluchtelingen terug te keren naar hun huizen in een gebied dat nu Israël ging heten. Het Israëlisch regime reageerde op een genadeloze manier, door de eigenaars te bestempelen als ‘infiltranten’ en die daarna te vermoorden. In een artikel in de Israëlische krant Haaretz getuigt de voormalige Israëlische generaal Yitzhak Pundak: “Ik kreeg bevel om elke infiltrant die onze troepen tegenkwamen uit te schakelen, en als afschrikking het lichaam op het veld achter te laten, om er een voorbeeld van te maken”. Terreur als strategie zal doorheen de geschiedenis typerend zijn voor ook deze kolonisator.
Tegenover de meedogenloze kolonisator zouden in de jaren '50 en '60 verschillende Palestijnse organisaties ontstaan zoals Fatah en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP). Het was immers duidelijk dat het koloniseren van ‘de betwiste gebieden’ in Palestina bleef doorgaan ondanks verschillende VN-resoluties – die Israël systematisch aan haar laars lapte.
Milities gingen meer en meer samenwerken en zouden uiteindelijk opgaan in de Palestijnse bevrijdingsbeweging (PLO). Een beweging die later ook door de Arabische Liga en de VN erkend werd als een legitiem politiek vertegenwoordigingsorgaan van de Palestijnen. Met de oprichting van de PLO kwam er dus een nieuwe vorm van georganiseerd verzet.
De Palestijnen hadden ondertussen geleerd dat toegevingen en vreedzaam protest tot nog meer arrogantie en halsstarrigheid van de kant van de Israëlische staat leidden. In de jaren '70 ging de PLO daarom over tot guerrilla-aanvallen tegen het militair apparaat van Israël, vanuit hun uitvalsbasis in Jordanië. Israëlische vergeldingsacties hadden echter een grote impact op de politieke situatie van Jordanië. Daarop besloten de Jordaanse autoriteiten de PLO te verdrijven. Toen de PLO verhuisde naar Libanon, geraakte ze al snel verwikkeld in een strijd tussen verschillende sektarische gemeenschappen die zou leiden tot de Libanese burgeroorlog. De PLO bleef evenwel tegelijkertijd aanvallen coördineren op militaire doelwitten van Israël.
In de periode daarna zou de PLO tijdens de Eerste Intifida (Arabisch voor ‘opstand’) ook een rol spelen met eerst geweldloze vormen van protest zoals stakingen, manifestaties en boycotacties. Israël reageerde wederom met een meedogenloze brutaliteit: stenen-gooiende Palestijnse jongeren werden koelbloedig neergeschoten. Ook de beelden van Israëlische soldaten die de botten van Palestijnse jongeren breken, zijn bekend.
Het zijn dit soort bloederige moordacties van Israël die het Palestijnse verzet naar vuurwapens en springstof doet grijpen. Maar ook het feit dat Israël vaak op cruciale momenten Palestijnse leiders vermoordde, droeg daartoe bij. Die Israëlische aanslagen waren een manier om het Palestijnse verzet uit te lokken. Vervolgens kon de Israëlische staat de Palestijnen als terroristen bestempelen om daarna, en met de volle steun van westerse mogendheden, disproportioneel geweld te kunnen gebruiken. Het koloniaal geweld en het verzet van de Palestijnen zou uiteindelijk leiden tot het ontstaan van nieuwe militante bewegingen zoals het Islamitische Hamas in 1987. Bewegingen die vandaag naast het gewapend verzet ook een socio-politieke rol vervullen in de Palestijnse samenleving en de nadruk leggen op gemeenschapsontwikkeling.
De communicatiestrategie die de Israëlische staat gebruikt om massamoorden met enorme aantallen burgerslachtoffers te rechtvaardigen, wordt ook wel Hasbara genoemd, wat ‘propaganda’ betekent in het Hebreeuws.
De tragiek van het gewapend verzet
Er zijn dus duidelijk parallellen te trekken tussen de apartheidssystemen in Israël en Zuid-Afrika. De grootste gemene deler is de aanwezigheid van een koloniale orde die bijzonder machtig en gewelddadig is. En in beide gevallen is er het verzet hiertegen. Een tegenmacht die de kolonisator dwingt om te onderhandelen. Dat loopt eerst vreedzaam. Maar bij systematische afwijzing blijkt - zoals bij vele dekolonisatieprocessen - het gebruik van geweld onvermijdelijk.
Al in de jaren '50 onderzocht Frantz Fanon, een zwarte psychiater uit Martinique, het gebruik van geweld in de bredere context van dekoloniale bevrijdingsbewegingen. Hoewel hij een grote afkeer had tegen geweld, verdedigde hij het recht van gekoloniseerde volkeren om geweld te gebruiken omdat zij in wezen niet als mensen werden behandeld. De kolonisator deed er immers alles aan om de inheemse bewoners af te schilderen als primitief, lui, dom en agressief, als een groep die door hem ‘beschaafd’ moest worden. Racisme als middel om het land (en haar inwoners) te bezetten, te plunderen en uit te buiten. Om zich te bevrijden van dat racistisch geweld en de massale slachtpartijen die ermee gepaard gingen, was het opnemen van de wapens om de kolonisator ten val te brengen volgens Fanon de enige mogelijkheid.
Hoewel hij een grote afkeer had tegen geweld, verdedigde Frantz Fanon het recht van gekoloniseerde volkeren om het te gebruiken omdat zij niet als mensen werden behandeld
Opvallend in zijn analyse is het traumatisch effect van geweld op zowel de daders als de slachtoffers. Fanon onderzocht dit fenomeen in de context van de Algerijnse dekolonisatie. Zo behandelde hij als psychiater – vaak niet zonder risico – Algerijnse burgers met een posstraumatische stressstoornis als gevolg van marteling door de Fransen. Maar evengoed ontving hij Franse politieagenten die leden aan gelijkaardige trauma's als gevolg van wandaden opgelegd door de koloniale orde.
Uit al deze getuigenissen concludeerde hij dat de kolonisator van nature brutaal geweld brengt in het land en in de geesten van inheemse volkeren. De kolonisator gebruikte immers moderne wapens tegen de gekoloniseerden om zijn verschil in aantal te kunnen compenseren. Fanon stelde ook dat het geweld van de ontmenselijkte gekoloniseerden tegen de kolonisator een ‘therapeutische werking’ heeft. Hoe tragisch het gebruik van geweld kon zijn begreep Fanon als geen ander. Het maakte immers vele onschuldige slachtoffers. Maar hij begreep ook dat alleen via dit dekoloniserend geweld er een nieuwe generatie mensen, een nieuwe taal en een nieuwe menselijkheid gecreëerd kon worden.
Professor Koen Bogaert (UGent), die in 2023 het boek ‘In het spoor van Fanon’ schreef, verwoordde dit treffend in een interview met Zwijgen Is Geen Optie: “De tragiek van geweld, in welke vorm dan ook, is dat ze altijd slachtoffers maakt maar dat de wereld pas dan schijnbaar aandacht heeft voor bepaalde vormen van onrecht”. En het gewapend verzet wordt meestal pas jaren later gezien als legitiem door de internationale gemeenschap.
Dat hebben we gezien bij de Zuid-Afrikanen, Nelson Mandela en zijn ANC. De Amerikanen zagen hem en zijn partijleden lange tijd als ‘terroristen’. Na 27 jaar gevangenschap wordt hij president van Zuid-Afrika en wordt de apartheid definitief opgeheven. Op het internationale toneel krijgt hij de status van wereldleider en in 2006 schrapt de VS hem van de terrorismelijst. Het laat zien hoe tijdelijk en vooral politiek dergelijk woordgebruik is.
Want vandaag wordt ook het Palestijns verzet, vooral door het Westen, bestempeld als ‘terroristisch’. Maar als er één ding is dat de geschiedenis ons leert, is het dat onderdrukking altijd leidt tot verschillende vormen van verzet. Laten we dat verzet, in welke gedaante dan ook, beschouwen als wat het is: een daad van menselijkheid.
Over de auteur

Benaissa Nams studeerde af als politicoloog en werkte jarenlang als leerkracht en vormingswerker waar hij jongeren meenam op ontdekkingsreis naar de verborgen bijdragen van wetenschappers uit de Arabische en Perzische wereld. Momenteel werkt hij als sociaal werker en houden thema’s zoals kolonialiteit en de Arabische wereld hem bezig.
Meer van Benaissa Nams