Ga verder naar de inhoud
Ga verder naar de inhoud
CC Stef Arends

Ooit stond ik waar zij nu staan

Jasenko Tabaković werkte 11 jaar bij de Antwerpse politie, maar vertrok er. Toen hij deelnam aan een demonstratie in solidariteit met Palestina, kwam hij zijn oud-collega's tegen, en zag hij zijn vroegere zelf weerspiegeld in hen. "Ook ik veroordeelde het rumoer van verzet, wuifde het weg als zinloos, wensend dat het stil zou zijn—niet uit kwaadaardigheid, maar omdat de waarheid zwaar voelde, te zwaar om te dragen."

Door Jasenko Tabaković op 17 april 2025

Wat is vrijheid, anders dan de bevrijding van alle zielen?
Wat is rechtvaardigheid, anders dan het evenwicht van Liefde en waarheid?
En wat is deze mars,
dragend geen vaandels van verovering,
maar van pijnlijke waarheid.
En onze zang stijgt op als de dageraad,
   "Free, free, Palestine!"
Een kreet zo oud als onderdrukking zelf,
weerkaatsend door de eeuwen heen,
een eeuwige lofzang voor vrijheid.
Golvend als de getijden van een rusteloze zee.

De aanschouwers staan aan de randen,
geüniformeerd en ongekend,
hun ogen scherp als het snijvlak van een mes.
Oordelend, wachtend,
niet op de waarheid,
maar op scheuren die splijten,
op de kleinste vonk,
bang voor een vuur dat ze niet kunnen begrijpen.
Zij kennen ons niet,
al zijn wij gemaakt van hetzelfde stof,
dezelfde adem.

Maar ik weet het.
Nu weet ik dat er meer is dan wat we zien.
Ik zie hun gezichten,
sommige bekend, sommige vreemd,
getekend door wantrouwen,
hun stilte luider dan hun vragen.
Ik zie mezelf weerspiegeld in hen.
Ooit stond ik waar zij nu staan.
Ooit droeg ik hun blik.

Een vreemde voor de strijd,
een hart onaangeraakt,
een leven ongestoord.
Gekoesterd in mijn afstandelijkheid,
bewoner van de grot van onwetendheid,
schaduwen verwarrend met waarheid,
mezelf sussend met de illusie van vrede,
onbewogen door de schreeuw van de onteigenden.
Terwijl de wereld daarbuiten brandde.

Ook ik veroordeelde het rumoer van verzet,
wuifde het weg als zinloos,
wensend dat het stil zou zijn—
niet uit kwaadaardigheid,
maar omdat de waarheid zwaar voelde,
te zwaar om te dragen.
Maar geen ziel kan eeuwig slapen.
Zelfs de diepste sluimer
wordt verbroken door het licht van waarheid.

En nu wandel ik tussen de ontwaakten,
want haat is slechts een spiegel
van de ketenen die wij proberen te breken.
Nu ben ik hier.
Een draad in dit weefsel van vrijheid,
wandelend tussen de ontketende zielen,
wandelend tussen de onbevreesden,
niet langer blind,
niet langer onverschillig.
Schouder aan schouder,
mijn stem een deel van de rivier,
niet om te verdrinken, maar om te helen.
Aanheffend de woorden die ooit vreemd voelden,
   "Free, free, Palestine!"

En als ik in de ogen van de toeschouwers kijk,
zie ik geen vijanden.
Ik zie mensen.
Gekweld. Verward.
Mensen, net als ik.
Ik haat hen niet.
Hoe zou ik kunnen?
Haat zou betekenen
dat ik het weefsel van de mensheid ontken dat ons allen verbindt.

Ze spreken tot mij,
niet met woorden,
maar met hun ogen—
een stille smeekbede verpakt in oordeel,
    "Waarom marcheer je?"
    "Waarom draag je een vlag?"
    "Zie je dan niet dat het zinloos is?"

Ik hoor wat zij niet kunnen zeggen.
Ik voel het gewicht van wat zij dragen,
de angst, de twijfel, het verlangen.
Wij zijn niet zo verschillend.
Gescheiden door muren die wij niet bouwden,
door geschiedenissen die wij niet kozen,
door pijn die wij erfden als littekens,
door de leugens van suprematie,
door de illusie van verdeeldheid.

Wat als zij zagen wat ik zie?
Wat als zij wisten dat vrijheid
geen spel is waarin de één moet verliezen
opdat de ander kan winnen,
maar een horizon zonder einde?
Wat als zij in onze roep geen woede hoorden,
maar een verlangen naar datgene
wat ook zij misschien zoeken?

En toch geloof ik—
In de kracht van Liefde om de kloof te overbruggen,
in de stille kracht van begrip,
in de hoop op een wereld waar niemand boven een ander staat,
waar iedere stem telt.

Liefde is nooit nutteloos.
Marcheren is bevestigen,
niet alleen voor anderen, maar voor onszelf,
dat een andere wereld mogelijk is.
Dat de grenzen die we in ons hoofd hebben gebouwd
kunnen afbrokkelen,
dat de verdeeldheid die we hebben geërfd
kan helen.
Dat vrijheid voor één vrijheid voor allen is!

Onze stemmen stijgen,
als een vloed die niet overspoelt, maar draagt,
"Free, free, Palestine!"

Dit is niet slechts een leus.
Het is een gebed,
een ontwaken,
een oproep om muren neer te halen—
niet alleen van beton,
maar van hart en geest.

We staan samen op,
of we vallen uiteen.

Vrijheid kan niet toebehoren aan één volk alleen.
Liefde laat zich niet meten in grenzen.
Wij zijn één lichaam,
Één adem,
Één oneindig wezen,
dat roept om de vrijheid om simpelweg te bestaan.
    "Free, free, Palestine!"

            En dit keer,
            zijn de woorden de mijne.


Geef je mening of deel in je netwerk

Over de auteur

Jasenko Tabaković

Jasenko Tabaković, geboren in Bosnië en Herzegovina, droeg elf jaar lang het uniform van de politie van Antwerpen. Nu kleedt hij zich in woorden, terwijl hij de lagen van de mens afpelt. Schrijven is zijn baken, zijn stem, een brug tussen harten. Met elke zin wil hij liefde zaaien, grenzen verzachten en bouwen aan een wereld waar verbondenheid geen utopie is, maar gedeelde werkelijkheid. Want uiteindelijk: Samen vormen wij één, en in elkaar schuilt onze kracht.

Meer van Jasenko Tabaković