Rapport CCIB: "Islamofobie verplaatst zich van de fysieke naar de virtuele ruimte"

Voor het vierde jaar op rij maakte het Collectief tegen Islamofobie in België (CCIB) dit jaar een rapport op over de ‘staat van de islamofobie in België’. De in Brussel gevestigde organisatie verzamelt klachten van slachtoffers door middel van een telefonisch meldpunt en e-mailadres. 

In 2020 kwamen er op die manier 105 meldingen binnen waarvan in 80 gevallen kon worden aangetoond dat er sprake was van islamofobie. Dat zijn er ongeveer evenveel als in 2019, toen de moslimhaat bij 79 meldingen kon worden aangetoond. Opvallend is dat de meldingen veel vaker dan vorig jaar over online incidenten gingen. Waar twee jaar geleden nog 13% van de gevallen van islamofobie plaatshad in de virtuele ruimte, was dat in 2020 gestegen naar maar liefst 44%.

Waar in 2019 nog 13% van de gevallen van islamofobie plaatshad in de virtuele ruimte, was dat in 2020 gestegen naar maar liefst 44%

De tweede meestvoorkomende plaats waar racisme werd gemeld was het onderwijs (17%). Ook de werkplek en de openbare ruimte (beiden 15%) kwamen vaak terug in de meldingen. Negen op de tien slachtoffers die islamofobie aan het CCIB meldden, waren vrouwen. In 2017 was die verdeling nog drievierde vrouw - eenvierde man.

Het CCIB maakt in het nieuwe rapport ook onderscheid tussen strafbare en niet-strafbare incidenten, en vervolgens nog tussen de delicten 'haatspraak', 'discriminatie' en 'intimidatie'. Ook bespreekt het CCIB enkele good practices die moslimhaat kunnen tegengaan. Zo raadt men onder meer aan om een anti-islamofobiecel op te richten samen met Unia, justitie en politie, en hamert men nog eens op het opzetten en uitvoeren van een interfederaal actieplan tegen racisme met daarin specifieke maatregelen ter bestrijding van islamofobie.

Het hele rapport is hier terug te vinden.