Ga verder naar de inhoud
Ga verder naar de inhoud
Foto: Kuumba
Wie is 'de Vlaming'?

Subsidies bepalen de grenzen van Vlaamse cultuur

De Vlaamse regering besliste in mei om de structurele subsidies aan Kuumba vzw – het Vlaams-Afrikaans huis in Brussel – stop te zetten. De reden: niet relevant genoeg als strategische partner binnen hun visie op Vlaamse identiteit. Maar wat wordt daar precies mee bedoeld? Wie mag zich aangesproken voelen als het over 'Vlaamse identiteit' gaat – en wie niet?

Door Fran C. Bracho op 25 juni 2025

De partijen die zich opwerpen als hoeders van de ‘Vlaamse Cultuur’ in Brussel gedragen zich alsof zij exclusief namens witte, Nederlandstalige Vlamingen spreken. Maar de Nederlandstalige kiezer in Brussel is niet wit, niet monolinguaal, en niet conservatief. Zij is Afro-Vlaams. Zij is moslim. Zij is joods. Zij is queer. Zij is activistisch, zorgend, werkend. En zij stemt. Laat het dus duidelijk zijn: deze politici zijn ook door óns verkozen. 

Wat maakt iemand Vlaams? Een geboorteakte? Een dialect? Een gedeeld collectief geheugen dat nauwelijks onze namen of geschiedenissen draagt? 

Dit zijn geen theoretische vragen. Ze raken aan het dagelijks functioneren: aan beleidsvorming, aan culturele uitsluiting, aan structurele ondervertegenwoordiging. Telkens opnieuw moeten ‘onze’ gemeenschappen hun bestaansrecht binnen de Vlaamse culturele ruimte bewijzen – terwijl we die ruimte al decennialang mee vormgeven. We worden gezien als de Ander. Als 'diversiteit', als een randfenomeen. Een gevolg van structurele uitsluiting en systematische ontkenning. Of het nu verwelkomd wordt of niet: wij zijn ook Vlaanderen. 

Porositeit 

Cultuur is geen bolwerk. Cultuur is poreus, en ademt, lekt, vermengt. Vlaamse identiteit is nooit homogeen geweest, maar is gegroeid door conflict, handel, migratie, solidariteit en wederzijdse beïnvloeding. Vandaag bestaan er Afro-Vlamingen, Vlaamse moslims, Vlaamse joden. Soms zelfs Afro-Vlaamse Arabische joden of moslims. Er zijn mensen die al acht en vier generaties in dit land leven en nog steeds als 'nieuwkomer' of 'allochtoon' worden bestempeld.

Dit is geen technische discussie, het is culturele gaslighting. En het heeft reële gevolgen.
Fran C. Bracho

De Vlaamse geschiedenis draagt al eeuwenlang sporen van transcontinentale ontmoetingen. Arabische maqams, Byzantijnse koormuziek en Zuid-Europese melodische structuren resulteerden in Vlaamse polyfonie. De rijkdom van Vlaamse wandtapijten? Technieken en pigmenten uit Marokko, Syrië, Andalusië. De polychromie in beeldende kunst? Mee gevormd door islamitische kalligrafie, joodse borduurstijlen en Romeinse mozaïeken.

Het idee dat cultuur ontstaat in isolatie is nationalistische erotica — een fantasiebeeld waarin natiestaten wit, zuiver, onveranderlijk en zelfvoorzienend zouden zijn. Het is een verlangen naar een homogeen verleden dat nooit heeft bestaan, maar wel gebruikt wordt om hedendaagse uitsluiting te rechtvaardigen. Vlaanderen was een knooppunt — van pelgrims, van kunstenaars, van kruiden en zijde, van ideeën, van taalvariaties. Zelfs de 'typisch Vlaamse' kant- en borduurtechnieken zijn deels gebaseerd op migrerende arbeidstradities uit het Middellandse Zeegebied en Centraal-Azië. Deze ’verhalen’ onderstrepen dat Vlaamse identiteit geen statisch gegeven is, maar een dynamisch proces van voortdurende transformatie.

Vergeten revoluties

In de nationale verbeelding blijft de Guldensporenslag van 1302 een mythisch moment: de 'Vlamingen' die de Franse elite verslaan — een David en Goliath verhaal met leeuwen, zwaarden en symboliek. Het wordt vaak ingeroepen om een gevoel van nationale trots en onverzettelijkheid te cultiveren. Maar deze herdenking is selectief en vergeet bewust de talloze andere opstanden die in dezelfde tijd plaatsvonden.

Wat met de opstanden van wevers en ambachtslui in Gent, Brugge, Ieper? Wat met de boeren die hun rechten eisten en in opstand kwamen tegen stedelijke elites en kerkelijke tirannieën? Dat zijn géén folklore geworden, hoewel ze minstens even bepalend waren voor onze sociale geschiedenis. Deze waren vaak meertalig, multi-etnisch, en verbonden met bredere netwerken van migrerende arbeid en lokale solidariteit.

Het idee dat cultuur ontstaat in isolatie is nationalistische erotica — een fantasiebeeld waarin natiestaten wit, zuiver, onveranderlijk en zelfvoorzienend zouden zijn.
Fran C. Bracho

De vrouwen, ketters, vreemdelingen, ambachtslieden die zich verzamelden in collectieve strijd tegen uitbuiting? Uitgewist. Vervangen door ridders, gildes en ‘vaderlandsliefde’. Wat zegt dit over ons heden, dat we ons identificeren met een slagveld en niet met de opstanden die leefbaarheid eisten? Waarom is het makkelijker om holle heroïek te vieren dan volle solidariteit?

Culturele gaslighting

We leven in een tijd waarin zogezegd ‘neutraal’ cultuurbeleid vaak een façade is voor uitsluiting. De nadruk op 'algemeen Nederlands' of 'Vlaamse normen' wordt gebruikt om te reguleren wie wel en wie niet als legitiem Vlaming wordt beschouwd. Maar algemeen Nederlands is niet neutraal. Het is gebaseerd op een gestandaardiseerde norm die slechts een fractie van de Vlaamse werkelijkheid weerspiegelt.

Dit is geen technische discussie, het is culturele gaslighting. En het heeft reële gevolgen: voor wie kansen krijgt, voor wie middelen krijgt, en voor wie zich welkom voelt. Dat blijkt opnieuw uit het schrappen van de subsidies aan Kuumba vzw. Kuumba werd erkend als waardevol, maar werd toch uitgesloten op basis van de stelling dat ze zich te veel op “één specifieke gemeenschap” zou richten. Maar wie Kuumba kent, weet dat het huis net hyperdivers werkt: er komen meer dan 100 gemeenschappen samen. 

De beslissing mist niet alleen de realiteit van Kuumba’s werking, ze miskent ook het bredere culturele weefsel van Brussel. Kuumba versterkt het beleid exact daar waar het zou moeten: via taalbevordering, gemeenschapsvorming, partnerschappen met Vlaamse instellingen en het verhogen van kennis over Brussel en zijn postkoloniale diversiteit. Dat net dit soort verbindende initiatieven wordt wegbezuinigd, zegt veel over de ware prioriteiten van het beleid. Waardering zonder steun is geen waardering – het is beleefde uitsluiting.

Wij 

Wij bouwen. Wij verzorgen. Wij documenteren. Wij archiveren. Wij maken ruimte. Wij werken in de zorg. In het onderwijs. In de cultuursector. Wij zijn de infrastructuur waarop de rest steunt. Én – we kunnen ons geen kortzichtig beleid meer veroorloven dat telkens opnieuw het werk van vorige legislaturen afbouwt. Dit leidt niet alleen tot gemiste kansen, maar ook tot verspilling van publiek geld, tijd en vertrouwen.

Cultuurbeleid is geen ideologisch speelgoed – het is een publieke verantwoordelijkheid. 


Geef je mening of deel in je netwerk

Over de auteur

Fran C. Bracho

Fran C. Bracho is kunsthistorica, sociaal-cultureel werker en actief binnen diverse diasporische netwerken in Brussel en Vlaanderen. Ze is gespecialiseerd in intersectionele methodologie en de geschiedenis van ‘otherness’ — thema’s die ze centraal stelt in haar werk en reflecties.

Meer van Fran C. Bracho