The Tamilization of Ahilan Ratnamohan is een persoonlijk verhaal én politiek statement
De theatervoorstelling The Tamilization of Ahilan Ratnamohan is het verhaal van een tweede generatie Tamil migrant die zich met vallen en opstaan de taal van zijn voorouders probeert eigen te maken. Daarbij zorgt theatermaker Ahilan Ratnamohan dat het publiek niet enkel toekijkt, maar ook deelgenoot wordt van die kwetsbare zoektocht.

Ahilan Ratnamohan groeide op in Australië, zonder ooit Tamil te leren. Hoewel hij vlot zijn weg vond in verschillende Europese talen, bleef de moedertaal van zijn ouders lange tijd buiten bereik. Maar wanneer zijn eerste dochter wordt geboren, begint hij aan een actief leerproces. Uiteindelijk wordt deze taal het middel waarmee hij The Tamilization of Ahilan Ratnamohan tot leven brengt.
Terwijl het publiek de zaal van de Kaaistudio’s binnenstroomt, tekenen Ratnamohan en zijn moeder Mala Ratnamohan met rode verf ronde, vloeiende vormen vol bochten en lussen op de witte paneelmuur achterin. De figuren doen denken aan artistieke kalligrafie, aan sierlijke muzieknoten of speelse krullen. Maar het zijn geen esthetische versieringen of abstracte tekens, het zijn Tamil-letters. Elke letter wordt met zorg aangebracht.
De toeschouwers hebben ondertussen hun plaatsen ingenomen, de deuren zijn gesloten. Nu zou de zaalverlichting moeten doven, het podium oplichten, want iedereen is er klaar voor. Het verwachte moment blijft echter uit. Noch het licht verandert, noch het geluid. In plaats daarvan blijven de Ratnamohans in stilte letters op de muur schrijven. En dit blijkt voldoende om de volledige aandacht en interesse van het publiek te hebben. De zaal wordt geleidelijk stil. De aandacht richt zich vanzelf op de scène. Het publiek past zich aan het rustige ritme van de voorstelling aan.
Hier, binnen deze afgebakende ruimte, spreekt Ratnamohan de taal van zijn moeder en voorouders
In The Tamilization of Ahilan Ratnamohan is er geen overvloed aan theatrale middelen nodig om de aandacht te trekken. Wat Ratnamohan wil vertellen, en vooral de manier waarop hij dat doet, is op zichzelf al boeiend genoeg. Daarom staan er slechts twee tafels op het podium. Eén staat vlak voor de paneelmuur, de andere dichter bij het publiek, links vooraan op het podium. Op deze tafel staat een cassettespeler waarmee Ratnamohan de muzikale sfeer van de voorstelling bepaalt. Rechts achterin staat een tweede tafel met daarop een laptop waarmee Mala Ratnamohan de boventitels projecteert. Tussen deze twee tafels is een rood vierkant op de vloer gemarkeerd. Deze geladen opzet vormt de perfecte bedding voor het persoonlijke verhaal dat zich langzaam ontvouwt. Hier, binnen deze afgebakende ruimte, spreekt Ratnamohan de taal van zijn moeder en voorouders: het Tamil. Of beter gezegd; hij doet een poging het te spreken.
Deze poging krijgt des te meer betekenis wanneer men begrijpt waar het allemaal begon. Ratnamohan werd in 1984 geboren in Australië, als kind van Sri Lankaanse migranten die hun thuisland verlieten om te studeren. Engels werd daarom zijn moedertaal en Tamil kreeg in zijn opvoeding nauwelijks een plaats. Niet uit onwil, maar omdat zijn ouders een andere toekomst voor ogen hadden, een toekomst waarin succes verbonden was aan integratie, aan het beheersen van de taal van kansen. Toch kan deze beslissing om Tamil niet actief door te geven niet los worden gezien van bredere sociale en culturele krachten. In Sri Lanka draagt het Engels een uitgesproken klassegebonden betekenis. Ratnamohan wijst erop dat het vooral de elites zijn die deze taal volledig beheersen, en dat taalbeheersing zo ook sociale grenzen bevestigt.
Deze sociale realiteit speelt ongetwijfeld een rol in de marginalisering van Tamil binnen de diaspora, maar vormt slechts één facet van een complexer verhaal. Een ander facet is de emotionele lading die de taal voor velen draagt. Tamil is niet enkel een taal, het is ook drager van pijnlijke herinneringen. Voor velen roept ze beelden op van verlies, geweld en ontheemding. Ratnamohan merkt op hoe de taal voor sommigen onlosmakelijk verbonden is met trauma; hoe dat alleen al voldoende kan zijn om haar bewust achter zich te laten.
Ratnamohan legt deze complexe lagen niet expliciet bloot. Wat hij deelt zijn geen uitgebreide analyses, maar subtiele, persoonlijke anekdotes die des te meer resoneren. Gedurende de voorstelling weet Ratnamohan met minimale woorden een maximum aan betekenis te suggereren. Elk klein detail, elk fragment uit zijn persoonlijke geschiedenis opent een breder perspectief en nodigt uit tot reflectie.
De relatie tussen Ahilan Ratnamohan en zijn moeder op scène is echt, voelbaar. En precies die echtheid trekt ons het verhaal binnen
Zo vertelt hij haast terloops hoe hij zijn moeder wist te overtuigen om deel te nemen aan het project. “Als het over werk gaat,” zegt hij, “dan is het voor haar altijd serieus, zoals bij andere migrantenouders.” Of op een ander moment, wanneer hij vertelt hoe zijn vader na het werk zijn Australisch accent oefende. Hij blijft er niet lang bij stilstaan, maar zijn woorden blijven hangen. Plots wordt voelbaar hoe diepgeworteld de druk is die op migranten rust, om nuttig, ijverig, en ‘waardig’ te zijn, en hoe die druk zich stilzwijgend voortzet over generaties heen. Deze onderhuidse spanning is voelbaar in verschillende lagen van de voorstelling. Niet alleen in wat gezegd wordt, maar ook in hoe het wordt gezegd.
De woorden die ons naar zulke grote gedachten leiden, zijn geen Engels. Ratnamohan vertelt zijn verhaal in het Tamil, een taal die het publiek doorgaans niet spreekt. De betekenis komt tot ons via de boventiteling die door zijn moeder Mala Ratnamohan wordt geprojecteerd op de achterwand van het podium. Zij is niet zomaar een technische kracht; ze corrigeert af en toe zijn uitspraak, reageert op het verhaal, vult aan.
Wanneer er een fout in de boventiteling sluipt of wanneer Ratnamohan struikelt over een woord, grijpen ze naar elkaar. Hun relatie op scène is echt, voelbaar. En precies die echtheid trekt ons het verhaal binnen. Tegelijk onthult Ratnamohan een essentieel inzicht: hoe vaker hij Tamil spreekt met zijn moeder, hoe meer hun relatie van vorm verandert. In deze taal zijn moeder-zoonverhoudingen anders gecodeerd. Deze ervaring, het gevoel een ander te worden in een andere taal, werd uiteindelijk zijn artistieke inspiratiebron. Want is dat niet precies wat theater ook biedt? De mogelijkheid om even iemand anders te zijn, of je dat toch in elk geval zo te voelen.
Om Tamil beter te leren spreken, begon Ratnamohan zeven jaar geleden met Skype-lessen bij zijn moeder. Aanleiding daarvoor was de geboorte van zijn dochter, het moment waarop hij zich bewust werd van de kwetsbaarheid van het Tamil binnen zijn eigen familie.
Het publiek is hier niet alleen getuige van hun persoonlijke interactie, maar ook van de culturele taalvorm waarin die interactie bestaat. Hoe oud of wijdverspreid het Tamil ook is, het leren van de taal bleek allesbehalve vanzelfsprekend. De meesten leerden het thuis, via overlevering, waardoor het vinden van een bekwame leraar een hele uitdaging werd. Maar, zoals Ratnamohan zelf zegt: zelfs de slechtste leraar is beter dan geen leraar. Zo begon zijn zoektocht, die hem bij verschillende mensen en methodes bracht, tot hij uiteindelijk via Skype les begon te volgen van zijn moeder. Gaandeweg evolueerde dit leerproces tot een artistiek project.
In Ratnamohans eerdere performance Alle woorden die ik nog niet kende stond het taalleerproces eveneens centraal.
Wie vertrouwd is met zijn artistieke praktijk, herkent hierin de performatieve kracht die Ratnamohan vaker in zijn werk benut. In zijn eerdere performance Alle woorden die ik nog niet kende stond het taalleerproces eveneens centraal. Daar las hij een tekst voor, opgebouwd uit woorden die hij nog niet beheerste, en vroeg het publiek om zijn uitspraak te corrigeren. Omdat het toen om het Nederlands ging, had het publiek het voorrecht zijn fouten te kunnen horen, begrijpen en zelfs actief mee te helpen verbeteren.
In The Tamilization of Ahilan Ratnamohan is dat fundamenteel anders. Het publiek spreekt de taal niet, waardoor Ratnamohans fouten onhoorbaar blijven en niet langer publiek bezit zijn. Maar Ratnamohan vindt hierop een slimme oplossing: zoals hij zijn moeder betrok in het leerproces, nodigt hij haar nu ook uit op scène. Deze samenwerking, geworteld in wederzijds vertrouwen, draagt bij aan de unieke intimiteit van de voorstelling. Het voelt nooit als theater, maar als een gedeelde ruimte waarin moeder en zoon simpelweg zichzelf zijn. Die echtheid creëert een sfeer van nabijheid waarin het publiek niet alleen toekijkt, maar haast deelgenoot wordt van hun kwetsbare zoektocht.
Ondanks de sterke persoonlijke focus en het huiselijke gevoel verliest de voorstelling haar reflectieve kracht niet. Integendeel: juist de oprechtheid van Ratnamohans verhaal en de terloopse anekdotes wekken diepe herkenning op. The Tamilization of Ahilan Ratnamohan is daardoor niet enkel een persoonlijke vertelling, maar ook een subtiel politiek statement, zonder dat het ooit expliciet uitgesproken hoeft te worden.
Over de auteur

Rojda Karakuş verhuisde in 2019 naar België voor haar studie theaterwetenschappen aan de UGent. Ze werkt momenteel als wijkbuddy bij Het TheaterFestival om de Gentse wijkjury samen te stellen.
Meer van Rojda Karakuş