Van dankbaar naar strijdbaar: emancipatie als antwoord op extreemrechts populisme
Hoe is het om als jongen met een Marokkaanse migratieachtergrond volwassen te worden in een maatschappij waarin je als 'de Ander' wordt gezien? Onder meer daarover schrijft Bilal Ben Abdelkarim in zijn boek 'Van dankbaar naar strijdbaar', dat vorig jaar verscheen.

We leven in een superdiverse samenleving. De etnisch-culturele diversiteit in grote steden als Brussel, Antwerpen en Rotterdam – maar ook bijvoorbeeld in Vilvoorde en Genk – is dusdanig dat men van majority-minority-cities spreekt: de meerderheid van de inwoners heeft een migratieachtergrond. Tegen deze achtergrond heeft Bilal Ben Abdelkarim een sterk boek geschreven: Van dankbaar naar strijdbaar. Emancipatie als antwoord op extreemrechts populisme. De auteur is een Nederlandse man met Marokkaanse roots. Hij is in Utrecht geboren als kind van ouders die uit Marokko de tocht naar Nederland maakten en is momenteel docent burgerschap in het middelbaar beroepsonderwijs. Zijn persoonlijke jeugdervaringen zijn verwerkt in dit boek. Het is zijn debuut.
Hoewel er ingewikkelde kwesties ter sprake komen, is het boek vlot en zeer leesbaar geschreven. Het is analytisch sterk en tezelfdertijd ook een persoonlijk doorleefde getuigenis. Bilal Ben Abdelkarim vertelt over een onproblematisch bestaan in de jaren '90 van de vorige eeuw. Er was wat vrees over de oudejaarsnacht 1999 naar 2000 (mensen waren bang dat de 'millennium bug' ervoor zou zorgen dat computers en andere digitale apparatuur zouden stoppen met werken) maar verder lachte de toekomst iedereen toe.
Op 11 september 2001 slaat de sfeer om. Op die dinsdag kapen luchtpiraten van Al-Qaeda vier lijnvliegtuigen in de Verenigde Staten. Twee toestellen vliegen in op de Twin Towers, een derde vliegt te pletter op het Pentagon, het vierde bereikt zijn doel niet en stort neer. Sindsdien worden moslims in het Westen plotseling door veel mensen gewantrouwd, en krijgen ze steeds vaker te maken met racisme. Bilal Ben Abdelkarim is op dat moment zeventien en op zoek naar zijn identiteit. In een periode waarin het bekritiseren van iedereen die moslim is, een populaire strategie wordt voor politici van links tot rechts, lijkt het erop dat er maar twee keuzes zijn: wegkwijnen in slachtofferschap of assimileren en zich aanpassen aan de dominante cultuur.
De Arabisch-Europese Liga is inspirerend voor Bilal Ben Abdelkarim omdat die gelijke rechten opeist voor niet-westerse minderheden in Europa.
Bilal Ben Abdelkarim studeert op dat moment Marketing & Communicatie op het mbo en is niet met politiek bezig. Van thuis uit is hij moslim. Bidden doet hij nauwelijks, al neemt hij tijdens de ramadan de Koran wel eens vast. Na 9/11 wordt hij plots bevraagd naar zijn positie als moslim, wat zijn visie is op de terreur die in de Verenigde Staten plaats vond. Hij is niet meer de student of de voetballer of Bilal, hij is nu vooral moslim. Daar bovenop komt de moord op Pim Fortuyn, de politicus die bekend werd als lijsttrekker van ‚Leefbaar Nederland‘ en bekend stond om zijn racistische uitspraken en beleidsvoorstellen rond migratie en de islam. Pim Fortuyn wordt vermoord, niet door een moslim maar door een linksradicale milieuactivist, maar toch wordt de moslimhaat hierdoor weer heftiger. Hoe is het om als Marokkaans-Nederlandse jongen volwassen te worden in een maatschappij waarin je als 'de Ander' en als 'potentiële terrorist‘ wordt gezien?
In het eerste deel van het boek van Bilal Ben Abdelkarim wordt beknopt de migratiegeschiedenis naar Nederland vanuit Marokko geschetst, aan de hand van het persoonlijke verhaal van de auteur: het verhaal van zijn gezin, hoe vader en moeder als eerste generatie migranten hun weg vinden. Vader opent een eigen pizzeria, Pizzeria Opera. Sommige klanten denken dat hij Italiaan is, en schrikken als blijkt dat hij Marokkaanse roots heeft. Een oudere gesprekspartner in een theehuis legt Bilal uit dat het voor de eerste generatie veel makkelijker was om zich te settelen, dan voor de jongste generatie. Ze waren destijds in zekere zin 'welkom'. Een aantal mensen uit die generatie werden ook zeer succesvol binnen de gevestigde orde: Ahmed Aboutaleb werd in 2021 tot de beste burgemeester van de wereld uitgeroepen. Khadija Arib was jarenlang voorzitter van de Tweede Kamer in Nederland.
Als 'succesvolle' moslims al een zekere bedreiging voelen, dan is het begrijpelijk dat duizenden jonge moslims, die nog op zoek zijn naar hun plek in de samenleving zich ook bedreigd voelen als politici na 11 september hun culturele achtergrond en hun religie gebruiken als schrikbeeld, om angst te zaaien en stemmen te winnen. Er vindt in deze periode een verschuiving plaats naar rechts en extreemrechts. Pim Fortuyn werd al genoemd, en in zijn spoor na zijn dood volgens Rita Verdonk, Geert Wilders en Thierry Baudet: allen gebruiken het aanwakkeren van islamofobie en moslimhaat als strategie.
Er waren gelukkig ook Nederlandse tegenstemmen: Sylvana Simons was als tafelgast overal welkom, gezellig meepraten, leuk. Tot ze eenmaal een mening durfde te uiten omdat een idioot aan tafel bij De Wereld Draait Door weigert op te houden met het gebruik van racistische termen om zwarte mensen te beschrijven. Na deze gebeurtenis ging ze de politiek in om racisme en ongelijkheid te bestrijden, en werd daarop zelf het mikpunt van racisme en seksisme. Zowel uit de richting van collega-politici en journalisten, als op sociale media.
Na 9/11 wordt Abdelkarim plots gevraagd wat zijn visie is op de terreur die in de Verenigde Staten plaats vond. Hij is niet meer de student of de voetballer of Bilal, hij is nu vooral moslim.
In zijn schets van het klimaat in Nederland noemt Bilal Ben Abdelkarim ook de opiniemaker Mohammed Benzakour. Die schrijft met een fluwelen pen toch scherpe essays, waarin hij zich als Marokkaans-Nederlandse schrijver engageert om de emancipatie van Marokkaanse Nederlanders te steunen. Het eerste boek dat Bilal Ben Abdelkarim van deze publicist leest, heet Abou Jahjah, nieuwlichter of oplichter? De demonisering van een politieke rebel.
Het tweede deel van het boek focust dan ook op de figuur van Dyab Abou Jahjah, een activist die begin jaren 90 van België naar naar België komt, politieke wetenschappen studeert en in 2000 de Arabisch-Europese Liga (AEL) sticht. De AEL is inspirerend voor Bilal Ben Abdelkarim omdat die gelijke rechten opeist voor niet-westerse minderheden in Europa. De AEL is tegen gedwongen assimilatie maar voor integratie op basis van de eigen identiteit. De positieve toon waarop Abou Jahjah in het boek wordt beschreven raakt me. In België werd aanvankelijk namelijk erg vijandig gereageerd op Dyab Abou Jahjah en diens AEL. Bilal Ben Abdelkarim onderstreept het belang van het verhaal van de beweging.
In de grimmige sfeer na 11 september 2001 ontstaat er volgens Ben Abdelkarim een wij-zij-denken: moslims versus niet-moslims. Een incident in Antwerpen illustreert de gespannen verhouding: er ontstaan rellen na de racistische moord op de 27-jarige godsdienstleraar Mohammeds Achrak door zijn 66-jarige Vlaamse buurman. Abou Jahjah probeerde om de rellen te bedaren, al veroordeelde hij natuurlijk de moord. Hij bemiddelde tussen de politie en de jongelui in Borgerhout.
Dat Abou Jahjah een kalmerende invloed op de rellen probeerde te hebben, wordt bevestigd door de politiecommissaris Luc Lamine die aanwezig was, maar vele politici bleven Abou Jahjah beschuldigen van het ophitsen van Marokkaanse jongeren. De man werd na beschuldigingen in de media en in het parlement – met name door de toenmalige premier Guy Verhofstadt – zelfs opgepakt door de politie. Omdat er niets waar was van de beschuldigingen werd Abou Jahjah vrijgesproken. Het incident is typerend voor het onbehagen en racisme bij het Belgische establishment wanneer jongeren met een migratieachtergrond het woord nemen en zich uitspreken.
Ik dank Bilal Ben Abdelkarim voor zijn moedige boek, waarin hij mij meenam op reis, een reis waarin zijn generatie transformeerde: van dankbaar naar strijdbaar.
Bilal Ben Abdelkarim, Van dankbaar naar strijdbaar. Emancipatie als antwoord op extreemrechts populisme, Mazirel Pers, Zutphen, 2024.
Over de auteur

Frederik Janssens is met pensioen, na een loopbaan in het jeugdwerk, het politiek vormingswerk voor Agalev/Groen en het sociaal-cultureel werk voor gedetineerden in de Brusselse en Vlaamse gevangenissen. Hij werd geboren in Bukavu, toenmalig Belgisch-Congo en is geëngageerd in het dekoloniseringsproject. Hij is getrouwd, heeft twee dochters en twee kleinkinderen en leeft in het cohousingproject 'De Haringrokerij' in Antwerpen-Zuid.
Meer van Frederik Janssens