De kleren maken de man

Twintig jaar, zo lang ben ik intussen al door God begunstigd met een leven in onze maatschappij. Een leven als een puzzelstukje dat samen met de miljoenen puzzelstukjes een compleet plaatje vormt. Mijn identiteit is in verschillende delen opgesplitst en maken allen deel uit van mijn eigenheid.
De kleren maken de man

Ik kan op niets beters komen dan het feit dat wetenschappers een bepaalde ‘fobie’ over het hoofd hebben gezien, namelijk een “djelabafobie”.

 

Twintig jaar, zo lang ben ik intussen al door God begunstigd met een leven in onze maatschappij. Een leven als een puzzelstukje dat samen met de miljoenen puzzelstukjes een compleet plaatje vormt. 

Mijn identiteit is in verschillende delen opgesplitst en maken allen deel uit van mijn eigenheid.
Zo trots ben ik om Vlaming te zijn, zo trots ben ik op mijn Marokkaanse roots en zo trots en dankbaar ben ik om me moslim te mogen zijn.

De momenten waarop ik zie dat de verschillende religieuze gemeenschappen een tandje bijsteken om elkaar beter te leren kennen en samen een interreligieuze reis organiseren, zijn van die momenten waarop je trots mag/moet zijn op desbetreffende gemeenschappen.

De momenten waarop de minderbedeelden een hart onder de riem wordt gestoken door de diverse gemeenschappen uit onze samenleving, zoals bijvoorbeeld de soepactie van vzw Al-Ikram, zijn ook zulke momenten van fierheid en hoop.

De momenten waarop er pacificatiedebatten plaatsvinden genaamd “Ik ben ook Vlaming” waar er op een definiërende manier toenadering wordt gezocht tussen de verschillende gemeenschappen die allen deel uitmaken van deze identiteit. Waarna het debat met een divers publiek -ondanks de vele verschillen- elkaars grootste gemeenschappelijke noemer - namelijk het “Vlaming” zijn - extra in de verf zet, dat zijn inderdaad momenten waar ik alleen maar met fierheid op kan terugblikken.

Doch zijn er ook momenten waar ik met veel schaamte en teleurstelling naar terugkijk en zulke momenten maken ik en vele anderen jammer genoeg nog dagelijks mee...

De momenten waarop ik anders aangekeken, aangesproken én behandeld word wanneer ik aangekleed ben zoals op de linkse foto, dan wanneer ik eruit zie zoals op de rechtse foto.

Moeders die hun kinderen op straat van mij wegtrekken alsof ik een auto ben die hen had kunnen omverrijden, blikken die in de tram op mij worden geworpen alsof ik hen iets zou hebben aangedaan.

Of... heb ik zelf iets verkeerds aangedaan?

Ik begin tijdens de tramrit bij mezelf na te denken over de reden waarom ik mensen schijnbaar beroer door het aantrekken van dergelijke culturele kleding.

Kan het zijn dat de mensen dit soort kledij gewoon niet in het straatbeeld willen zien?

Neen, want als men er in de metro van Brussel geen graten in ziet om blote billen te moeten aanschouwen en de keuze van desbetreffende mensen respecteert, zou dit wat tegenstrijdig zijn.

Of kan het misschien zijn dat ik een slechter, norser en gevaarlijker mens wordt door het dragen van dergelijke kledij?

Ik zou vermoeden van wel als ik met dergelijke kledij de te ontwijken persoon blijk te zijn. Zelfs wanneer ik een oprechte glimlach aan de mensen schenk, wordt die beantwoord met een oogrollende, afkeurende blik. 

Neen, Ik kan op niets beters komen dan het feit dat wetenschappers een bepaalde ‘fobie’ over het hoofd hebben gezien, namelijk een “djelabafobie”.

Een problematische fobie als het er klaarblijkelijk toe leidt dat mensen hun veiligheidsgevoel is gebaseerd op basis van eenieders kledingdracht.

Dit zou er onherroepelijk toe leiden dat een attest van goed gedrag en zeden niet meer in acht hoeft genomen te worden, want kleren maken tóch de man.

Zulke fobieën moeten worden aangepakt opdat onze samenleving er één wordt die gezond en tolerant is en daar kan een andere (lees: objectievere) beeldvorming in de media al enorm veel aan veranderen.

Maar, ik blijf ook hoopvol en deze hoop zal ik ook nooit verliezen door de vele positieve momenten die ik heb mogen beleven. Het is nu gewoon weer zo’n moment dat ik snak naar een herhaling van dergelijke hartverwarmende momenten.

De samenleving is voor mij -zoals alreeds vermeld- als een puzzel en hoe meer verschillende soorten puzzelstukjes er zijn, hoe moeilijker en complexer het wordt om deze puzzelstukjes aan elkaar te hechten, maar des te groter de voldoening wanneer deze puzzel -zonder ook maar één puzzelstukje buiten beschouwing te laten- met al haar pracht kan worden ingelijst.