70 jaar Conventie van Genève: theoretische mensenrechten versus politiek cynisme

Deze week bestaat de Conventie van Genève 70 jaar. Op papier waarborgt dit VN-vluchtelingenverdrag de rechten van mensen op de vlucht. De realiteit is helaas anders. Een blik op de inhoud van het verdrag, laat een kloof zien tussen theoretische mensenrechten en politiek cynisme.

Hoewel de rechten van vluchtelingen in theorie grondig beschreven zijn, zijn deze in praktijk lang niet altijd gewaarborgd. Uit onderzoek van The Guardian uit 2018 bleek dat er sinds 1995 al 34.361 mensen gestorven zijn tijdens hun reis naar Europa. Tijdens hun asielprocedure stierven in dezelfde periode meer dan 500 mensen en meer dan 100 mensen lieten het leven na een aanvaring met mensen die de vrede moeten handhaven zoals politie en militairen of grenswachten. Henk Van Houtem en Leo Lucassen deelden in 2016 de grenzen van de Europese Unie de dubieuze eer toe de dodelijkste grens ter wereld te zijn. Ere wie ere toekomt. 

Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de situatie er sindsdien op verbeterd is, integendeel. Eerder deze maand stelde Vluchtelingenwerk Vlaanderen het Europees migratiebeleid aan de kaak met een actie op het strand van Zeebrugge. Voor elke persoon op de vlucht die sinds begin dit jaar verdronk in de Middellandse Zee werd er een zandsculptuur geplaatst, 621 in totaal. Met de actie wil de vzw 'de Belgische politiek en de Europese Unie wakker schudden en tonen dat hun aanpak niet werkt.' Tijd om dus even stil te staan bij het VN-Vluchtelingenverdrag uit 1951 dat deze maand zijn zeventigste verjaardag viert. 

Het ontstaan van het verdrag

Op 28 juli 1951 ondertekende België als een van de eerste landen het 'Verdrag betreffende de status van vluchtelingen', ook wel de Conventie van Genève of het VN-Vluchtelingenverdrag genoemd. Vandaag zijn er zo’n 150 landen die het verdrag ondertekend hebben. Het verdrag is een hoeksteen van het internationaal vluchtelingenrecht. Toch was dit oorspronkelijk niet de bedoeling. 

Na de Tweede Wereldoorlog was de wereldwijde ontzetting over de Holocaust groot. Enkele jaren na het einde de oorlog, in 1948, werd het Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) onderschreven door de Verenigde Naties. Na twee Wereldoorlogen kende het Europese continent ook een groot aantal vluchtelingen voor wie geen goede regeling bestond. Door het uitwerken van artikel 14 van die verklaring , het recht op asiel, in een nieuw verdrag, hoopten de lidstaten om een oplossing te voorzien voor de bestaande vluchtelingen binnen het continent. Zo ontstond destijds het  verdrag betreffende de status van vluchtelingen dat in 1951 ondertekend werd in Genève. Twee belangrijkste aandachtspunten waren dat dit verdrag zowel beperkt was in tijd als in ruimte. Enkel mensen uit conflictgebieden vóór 1 januari 1951 konden erkend worden als vluchteling. Daarnaast hadden de lidstaten de mogelijkheid om het toepassingsgebied te beperken tot mensen uit Europa, waardoor mensen buiten Europa niet erkend konden worden als vluchteling. 

Turkije is het enige land waar niet-Europese burgers tot op vandaag niet erkend kunnen worden als vluchteling onder het VN-Vluchtelingenverdrag

Enkele jaren later bleek echter dat nieuwe conflicten zoals in Hongarije en Algerije zorgden voor grote aantallen 'nieuwe' vluchtelingen. Om ook deze mensen te kunnen erkennen als vluchteling was er aanpassing van de Conventie van Genève nodig. Op 31 januari 1967 kwam die er ook, via het Protocol van New York. Door dit Protocol werd de beperking in tijd en ruimte door de meeste landen opgeheven. Een belangrijke uitzondering hierbij is Turkije, dat ervoor koos om de geografische beperkingen te behouden, waardoor niet-Europese burgers in Turkije tot op vandaag niet erkend kunnen worden als vluchteling onder het VN-Vluchtelingenverdrag. 

Artikel 1: definitie van de term 'vluchteling'

Eén van de belangrijkste aspecten uit het VN-Vluchtelingenverdrag is dat er een juridische definitie opgenomen is voor 'vluchteling'. Deze definitie vormde de juridische basis voor latere regionale verdragen, zoals de Cartagena Declaration on Refugees en de Convention Governing Specific Aspects of Refugee Problems in Africa van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid.

Om erkend te kunnen worden als vluchteling zijn er drie belangrijke voorwaarden. Ten eerste moet er sprake zijn van een gegronde vrees voor vervolging omwille van een van de volgende vijf categorieën: ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een sociale groep of het hebben van een politieke overtuiging. Mensen die oorlogsgebied ontvluchten kunnen dus niet zomaar erkend worden als vluchteling onder het VN-Vluchtelingenverdrag. Er moet sprake zijn van een gegronde, individuele vrees en de persoon moet vervolgd worden omwille van één van de bovenstaande categorieën. 

Een persoon op de vlucht kan dus geen aanvraag tot internationale bescherming indienen bij een ambassade of consulaat. Mensen zijn bijgevolg quasi verplicht om hun land te verlaten als ze elders bescherming willen vinden

Ten tweede moet de persoon die zich wil beroepen op internationale bescherming zich bevinden buiten het land waarvan die de nationaliteit bezit. Vooraleer mensen bescherming kunnen aanvragen, moeten ze dus hun eigen land verlaten. Een persoon op de vlucht kan dus geen aanvraag tot internationale bescherming indienen bij een ambassade of consulaat. Mensen zijn bijgevolg quasi verplicht om hun land te verlaten als ze elders bescherming willen vinden.

Tot slot geldt er dat de persoon zich niet kan (of wil) beroepen op de staat om hen te beschermen. Het recht op asiel ontstaat wanneer de grondrechten van een persoon op het spel staan en dient ter vervanging voor hen die geen nationale bescherming kunnen of willen krijgen. Ook mensen zonder nationaliteit of mensen met meerdere nationaliteiten kunnen erkend worden als vluchteling. 

Naast de drie erkenningsvoorwaarden zijn er ook een aantal zaken die kunnen leiden tot uitsluiting. Zo bestaat er een clausule die stelt dat mensen die zich schuldig gemaakt hebben aan oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid of andere grote misdaden in hun land van herkomst niet erkend kunnen worden als vluchteling. 

Artikel 31: 'illegaal' in het land van toevlucht

Onder het VN-Vluchtelingenverdrag wordt gewaarborgd dat een persoon op de vlucht niet gesanctioneerd kan worden omwille van een irreguliere binnenkomst of verblijf. Met andere woorden mag iemand niet gestraft worden omdat die bijvoorbeeld beroep gedaan heeft op een mensensmokkelaar om een land binnen te komen. 

Tijdens de coronapandemie alleen al werden er 40.000 mensen afgeweerd aan de Europese grenzen en hebben de gewelddadige methodes van Frontex 2.000 mensen de dood ingejaagd

Hoewel dit duidelijk verankerd is in internationale regelgeving moet het federaal migratiecentrum Myria onze politici daar af en toe eens op wijzen. Eind vorig jaar diende N-VA een resolutievoorstel in om een migratiemodel in te voeren dat mensensmokkel en illegale migratie effectief zou bestrijden naar Australisch model. In dit voorstel pleitte N-VA ervoor om het onmogelijk te maken mensen internationale bescherming te verlenen indien die op een illegale manier naar de EU gekomen zijn. Daarnaast werd er ook geijverd voor een ‘zwarte lijst’ waarbij mensen die ooit op een illegale manier naar de EU een levenslang inreisverbod werd opgelegd.

Naar aanleiding van dit resolutievoorstel vroeg de Commissie Binnenlandse Zaken, Algemene Zaken en Openbaar Ambt Myria om advies. In dit advies maakte Myria duidelijk dat een dergelijk resolutievoorstel in strijd is met verschillende internationale overeenkomsten, waaronder dit artikel  van het VN-vluchtelingenverdrag. Belangrijk daarbij is ook dat er momenteel slechts een beperkt aantal legale toegangswegen zijn voor mensen op de vlucht en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn, zijn streng waardoor mensen bijna in de handen van mensensmokkelaars geduwd worden. Een beleid met als uitgangspunt dat het onmogelijk wordt voor het merendeel van mensen op de vlucht om internationale bescherming aan te vragen, is een beleid dat zowel onmenselijk is als verdere stigmatisering van mensen op de vlucht in de hand werkt. Als we écht willen inzetten op een rechtvaardig migratiebeleid én het aantal doden op de Middellandse Zee willen verminderen, moet er meer ingezet worden op het creëren van legale toegangswegen, zoals hervestiging, humanitaire visa en gezinshereniging, maar ook arbeidsmobiliteit en studie. 

Artikel 33: verbod tot uitzetting of terugleiding (refoulement)

Naast een inbreuk op artikel 31 van het VN-Vluchtelingenverdrag, is bovenstaand resolutievoorstel ook in tegenstrijd met het zogenaamd non-refoulementprincipe. Non-refoulement of een verbod tot uitzetting of terugleiding betekent dat een staat niemand mag terugsturen naar een land waar iemands leven of vrijheid op het spel staat. Dit principe geldt voor iedereen, ongeacht of iemand erkend kan worden als vluchteling. Hierbij moet rekening gehouden worden met de bescherming die dit derde land biedt en de verwachte reactie van dat land. Ter illustratie, België mag een Afghaanse familie niet terugsturen naar Rusland als de kans bestaat dat Rusland hen terugstuurt naar Afghanistan. Maar, België mag die familie ook niet naar Rusland sturen als de kans bestaat dat Rusland hen terugstuurt naar India waar ze teruggestuurd kunnen worden naar Afghanistan. 

“Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen”

Hoewel het non-refoulementprincipe een absoluut basisrecht is voor iedereen op de vlucht, wordt het regelmatig geschonden, ook in Europa. Met haar pushbackbeleid wil de Europese Unie dat vluchtelingen zoveel mogelijk in eigen regio opgevangen worden. Hoewel we regelmatig geconfronteerd worden met nieuwsberichten over dit pushbackbeleid en de gevolgen ervan, blijft een massale reactie van de bevolking uit. Recent publiceerde de VRT bijvoorbeeld een artikel over de mishandeling die mensen op de vlucht ervaren aan de Bosnisch-Kroatische grens. Hoewel de Conventie van Genève duidelijk stelt dat mensen op de vlucht het recht hebben om asiel aan te vragen op het grondgebied van een land of bij een grens, schendt Kroatië dit recht door vluchtelingen op te pakken en terug over de grens te zetten. Geweld wordt hierbij niet geschuwd. De Iraanse Fatma getuigde hoe ze reeds veertien keer geprobeerd heeft om in Kroatië te geraken met haar kind met een beperking. Hoewel Fatma nooit de kans gekregen heeft om een asielaanvraag in te dienen, kunnen we niet anders dan ethische vraagtekens plaatsen bij een beleid dat het mogelijk maakt om mensen én zeker kwetsbare mensen uit het land te zetten. 

Dat een beleid dat inzet op opvang in eigen regio de last en verantwoordelijkheid vooral afschuift naar landen waar overheden nu al niet in staat zijn de rechten binnen het VN-vluchtelingenverdrag te garanderen voor hun eigen bevolking, wordt gemakkelijk vergeten. Maar we kunnen niet blijven negeren hoe het Europees migratiebeleid en Frontex, het Europees Agentschap dat de grenzen ‘bewaakt’, mensen letterlijk de (verdrinkings)dood in stuurt. Tijdens de coronapandemie alleen al werden er 40.000 mensen afgeweerd aan de Europese grenzen en hebben de gewelddadige methodes van Frontex 2.000 mensen de dood ingejaagd (The Guardian).  

Het is bijgevolg hoog tijd om onze beleidsmakers aansprakelijk te stellen en te ijveren voor een inclusieve, menselijke visie op migratie. Een visie die rekening houdt en vertrekt vanuit de mensen die op de vlucht zijn. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens dient hierbij het uitgangspunt te zijn, te vertrekken bij artikel 1: “Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen”.



Over de auteur:

Elisa Van Der Jeugd studeerde Milieu- en Preventiemanagement aan de KULeuven en daarna Conflict and Development Studies aan de UGent. Ze liep stage bij Kif Kif, en werkt als vrijwilliger bij de organisatie voor duurzame ontwikkeling Act4Change.