Antwerpse titanenstrijd is kiezersbedrog

De berichtgeving omtrent de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen laat er weinig twijfel over bestaan: de strijd om de burgemeesterssjerp gaat tussen N-VA-kopstuk Bart De Wever en Patrick Janssens, huidig socialistisch burgemeester en lijsttrekker van de ‘Stadslijst’ (SP.A en CD&V).
Antwerpse titanenstrijd is kiezersbedrog

Door het opgeklopte tweegevecht dreigen de andere partijen er nauwelijks aan te pas te komen.

 

De berichtgeving omtrent de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen laat er weinig twijfel over bestaan: de strijd om de burgemeesterssjerp gaat tussen N-VA-kopstuk Bart De Wever en Patrick Janssens, huidig socialistisch burgemeester en lijsttrekker van de ‘Stadslijst’ (SP.A en CD&V). Net als zes jaar geleden (toen Janssens de handschoen opnam tegen Vlaams Belanger Filip Dewinter) wordt de Antwerpse kiezer daarmee impliciet en expliciet aangemoedigd om strategisch te stemmen: wie een van beide heren absoluut niet aan het roer wil van de koekenstad, kiest best voor zijn tegenstander. Maar door het opgeklopte tweegevecht dreigen de andere partijen er nauwelijks aan te pas te komen. Bovendien verengt de overdreven aandacht voor het duo Janssens-De Wever het politieke debat vooral tot een weinig inhoudelijke populariteitspoll.

Belangrijke thema’s als huisvesting, onderwijs of leefomgeving raken alleszins flink ondergesneeuwd. Wie wil weten hoe en met welk geld Antwerpse politici hun programma denken te realiseren, blijft al helemaal op zijn honger. De Antwerpenaren die het hoofddoekenverbod niet verteerd hebben weten dat Janssens noch De Wever gehoor zullen geven aan hun verzuchtingen. En ook degenen die niet opgezet zijn met de bouwheervriendelijke interpretatie van de uitslag van het Oosterweel-referendum, kregen van StRaten-generaal en Ademloos het advies om niet voor SP.A, N-VA of CD&V te stemmen. Maar de andere kiezers moeten het vooralsnog doen met de aan de buitenkant er wel flitsend uitziende maar in werkelijkheid vrij lege dozen met ‘ervaring’ (Janssens) of ‘verandering’ (De Wever). En terwijl de kompanen van De Wever vinden dat het ‘not done is om met je blote baby op de cover van je eigen magazine te staan, lijkt het belangrijkste argument van hun tegenstrevers dat De Wever er in 2014 waarschijnlijk de brui aan zal geven omdat hij ervan droomt Vlaams Minister-President te worden.

Door de fixatie op de tweestrijd tussen beide heren zou je bovendien bijna vergeten dat ze de afgelopen zes jaar samen in de Antwerpse coalitie beleid gemaakt hebben. Dat besef geeft allereerst een ietwat vreemde bijklank aan de oppositie-communicatie van de N-VA (als ze zo nodig verandering willen, wat hebben ze de voorbije zes jaar dan gedaan in de gemeenteraad?). Maar daarnaast roept het ook vragen op over de mate waarin Janssens en De Wever daadwerkelijk van elkaar (willen en/of kunnen) verschillen.

Een snelle blik op de verkiezingsprogramma’s levert wat dat betreft interessante munitie voor wie op 14 oktober goed gewapend naar de Antwerpse stembus wil. De programma’s van de huidige coalitiepartners (SP.A, Open VLD, CD&V en N-VA) lijken op cruciale punten immers erg op elkaar. Een aantal nuanceverschillen daargelaten zijn deze partijen er allemaal van overtuigd dat middenklassengezinnen de sleutel zijn tot een leefbare en aangename stad. Open VLD komt uiteraard op voor de ondernemer, en de toon van de N-VA is zoals te verwachten fors terwijl de SP.A genuanceerder klinkt – maar allemaal mikken ze op (vooral jonge) gezinnen met kinderen, die het gevoel moeten krijgen dat het beleid op hun leest geschoeid is.

Die keuze is natuurlijk niet zonder gevolgen. Neem nu een thema als betaalbare huisvesting in de stad. Iedere partij is zonder meer voor. Maar de N-VA onderstreept meteen vooral aan de ‘middeninkomens’ te denken. SP.A is hierover minder resoluut, maar wie leest dat projectontwikkelaars een aanzienlijk deel van hun nieuwbouwwoningen aan een ‘betaalbare’ prijs moeten aanbieden, weet hoe laat het is. Het genoemde bedrag (200.000 euro exclusief BTW en registratiekosten) kan inderdaad opgehoest worden door tweeverdieners die bereid zijn om op dertig jaar te lenen, maar de vele alleenstaande, oudere en/of arme Antwerpenaren lachen wellicht groen bij het horen van dat bedrag.

Bovendien is het ‘flinkse’ gedachtengoed van Janssens – dat zijn beslag kreeg in zijn boek met de veelzeggende titel Voor wat hoort wat (2011) – een mooie echo van het rechten-en-plichten-verhaal van de N-VA. Ook de programma’s van CD&V en Open VLD hebben dit netjes geïncarneerd. Want waar de middenklassers vooral ‘rechten’ hebben, duiken allerlei ‘plichten’ op voor de één- of nulverdieners. Als het op sociaal wonen aankomt dienen ze zich bijvoorbeeld verantwoordelijk te gedragen, werk te zoeken of Nederlands te leren.

Het zijn dan ook vooral de partijen die de afgelopen jaren tot de oppositie veroordeeld waren die een ander geluid laten horen. Zo vindt Rood! in tegenstelling tot SP.A en Open VLD helemaal niet dat Antwerpen met 11% van het totale woningbestand al genoeg sociale woningen heeft (en de andere steden te weinig). De partij kijkt namelijk over de grens naar Nederland en Groot-Brittannië waar sociale woningen respectievelijk 35% en 20% van het woningbestand uitmaken. Idem dito voor PVDA, die bovendien niet met de vinger naar de huurder wijst, maar net meer controle wil op de verhuurders om het onmogelijk te maken nog dure krotten op de huurmarkt aan te bieden. En ook Groen heeft duidelijk aandacht voor Antwerpenaren die de eindjes aan elkaar moeten knopen.

Op basis van de programma’s tekent er zich kortom effectief een tweestrijd af, alleen vormen Bart De Wever noch Patrick Janssens de inzet. Op 14 oktober vraagt de kiezer zich in eerste instantie best niet af welke burgemeester hij of zij wil – maar wel waar het naartoe moet met Antwerpen, en vooral welke Antwerpenaar het meeste recht heeft op of nood heeft aan de aandacht van onze politici.