Ga verder naar de inhoud
Ga verder naar de inhoud

Viraal gaan is geen verzet: over Palestina en sociale media

Terwijl de genocide in Gaza zich in realtime voltrok op onze schermen, bepaalden wij samen met het algoritme welke beelden gedeeld werden. Waarom gaan sommige posts viraal, terwijl andere verdwijnen? En wat zegt dat over onze digitale solidariteit met Palestina?

Door Hanane El Kadouri op 27 augustus 2025

Hoe je het ook draait of keert, het blijft een hallucinant gegeven dat we een genocide van begin tot einde hebben zien ontvouwen, recht voor onze ogen, via de schermen waar we dagelijks naar staren. Velen onder ons kijken niet alleen naar deze schermen, maar dragen er ook actief aan bij door video’s en foto’s te delen van de gruweldaden, door vormen van verzet en activisme te organiseren, door informatie te verspreiden, en zo nog veel meer. Sommigen dragen bij aan de digitale wereld met opiniestukken waarin ze hun insteek delen over hoe het nu verder moet en welke oplossingen er mogelijk en wenselijk zijn. Dit is niet zo’n opiniestuk. De bevrijding en volledige dekolonisatie van Palestina zal plaatsvinden, daar ben ik steevast van overtuigd. Maar hoe dat er dan precies uit zal zien, daar heb ik helaas geen antwoord op.

Bevrijding van Palestina

In plaats daarvan wil ik filosoferen over wat er zal gebeuren, zodra de bevrijding van Palestina bereikt is. Natuurlijk kan niemand de toekomst voorspellen. Maar als we kijken naar de gigantische digitale voetafdruk die inmiddels bestaat van zowel zionisten als sympathisanten van de Palestijnse zaak, dan denk ik dat een deel van die bevrijde toekomst onvermijdelijk zal draaien rond het analyseren van deze voetafdruk.

Er zal stevig gereflecteerd worden over hoe we ons in de digitale ruimte hebben genavigeerd. Over de rol van sociale media, over beelden, over woorden, over wie zweeg en wie sprak. Reflectie en analyse kunnen momenteel door het extreem snelle karakter van het internet moeilijk plaatsvinden, zeker nu er simpelweg urgentere zaken spelen. Het is daarbij niet zozeer de digitale voetafdruk van zionisten die me interesseert, maar die van de andere kant. ‘Onze’ kant. De groep die zichzelf bondgenoten, activisten en sympathisanten van de Palestijnse bevrijding noemt. Want goede intenties alleen zijn niet genoeg. Zelfs de meest toegewijde bondgenoten trappen soms in de valkuil van wat Mohammed El-Kurd uitvoerig bespreekt in zijn boek Perfect Victims als de politics of appeal. Daarmee verwijst hij naar de manier waarop Palestijnen keer op keer gedwongen worden hun strijd zo te framen dat die past binnen de verwachtingen van het bredere globale publiek. Ze moeten eerst de rol van het ‘perfecte slachtoffer’ aannemen, vooraleer hun lijden überhaupt erkend wordt. Met dit alles in het achterhoofd valt het me op hoe er zich online een aantal noemenswaardige ontwikkelingen hebben ontvouwd. Drie daarvan springen er voor mij uit, door het onderliggende ongemakkelijke en verontrustende gevoel dat ze me geven.

De voorwaarden van ons medeleven

Als je goed oplet, merk je dat er online een soort gedeeld script lijkt te circuleren onder beroemdheden en influencers wanneer ze eindelijk de zogenaamde moed bijeenrapen om iets te zeggen over Palestina. Het begint met iets vaags en vrijblijvend, zoals het algemene “geweld is nooit het antwoord”. Daarna volgen enkele holle zinnen over hoe onschuldige burgers aan beide kanten dit niet verdienen. Ze sluiten hun ‘verklaring’ dan vaak af met het volgende: “Dit is een oorlog tegen kinderen en die moet stoppen.”

Grotendeels ga ik hier volledig mee akkoord. De omvang van het geweld tegen Palestijnse kinderen is tragisch. Volgens rapporten van Save the Children en de VN zijn sinds oktober 2023 meer dan 50.000 kinderen in Gaza gedood of gewond geraakt. Daarbij moet je altijd beseffen dat dit enkel de vastgestelde cijfers zijn. In werkelijkheid ligt dat aantal vermoedelijk nog veel hoger. Dat is niet alleen enorm tragisch en hartverscheurend, dit noemen we ook genocidaal.

Maar waar het voor mij wringt: waarom is dit het enige kader dat ze denken te mogen gebruiken? 

Waarom is een Palestijns kind het enige onderwerp dat voorbij het algoritme geraakt? Waarom is dat het enige narratief dat sympathie mag opwekken zonder commentaar of backlash?

Waarom is een Palestijns kind het enige onderwerp dat voorbij het algoritme geraakt? Waarom is dat het enige narratief dat sympathie mag opwekken zonder commentaar of backlash? Waarom is het vermelden van een Palestijnse vrouw, of oh wee een Palestijnse man, plots ‘te politiek’? We kunnen het blijkbaar wel verdragen dat het lijden van kinderen benoemd wordt, maar zodra het over Palestijnse volwassenen gaat, is het ineens te veel. Te controversieel. Te geladen.

Dit is jammer genoeg niets nieuws. Genoeg academici, waaronder Judith Butler, hebben op basis van onderzoek al lang geconcludeerd dat media en politiek het discours bepalen en framen wiens leven het waard is om te betreuren en wiens absoluut niet. Over Palestijnse volwassenen, zeker mannen, mag zelden worden gesproken. Laat staan dat er publiekelijk met hen wordt meegeleefd, zonder dat ze eerst worden gecriminaliseerd. Eerst moet worden uitgesloten dat ze tot een verzetsgroep behoren. Hun politieke overtuigingen moeten netjes binnen de grenzen van ons morele comfort passen. Ze mogen vooral niet te sterk of te strijdvaardig overkomen. Kortom, ook zij moeten eerst het ‘perfecte slachtoffer’ zijn vooraleer hen zelfs nog maar een blik of woord van sympathie toegeworpen wordt.

Dus wanneer mensen zeggen “dit is een oorlog tegen kinderen”, vraag ik me altijd af of ze dat echt geloven. Want het zijn niet alleen kinderen. Het is een oorlog tegen Palestijnen, tegen Palestina en tegen het bestaan van alles dat met de Palestijnse identiteit te maken heeft. Zelfs het woord ‘oorlog’ dekt de lading niet, want het is geen oorlog, maar een genocide. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom het narratief rond kinderen zo populair is. Het is steriel, het is veilig en het vermijdt de confrontatie met de kern van het probleem: bezetting, apartheid, kolonialisme en genocide. Rouwen om kinderen vraagt geen politiek standpunt. Het is makkelijk want iedereen is het erover eens dat kinderen niet mogen worden gedood. Maar Palestijnse volwassenen? Hun onschuld wordt systematisch in twijfel getrokken, enkel omdat ze bestaan en zich verzetten.

Het morele gemak van AI-beelden

We kennen allemaal het cliché dat een foto meer kan zeggen dan duizend woorden. Als het over Palestina gaat, zeggen de beelden die wij laten circuleren en viraal laten gaan, vaak net zo veel over ons. De afgelopen jaren hebben we een eindeloze stroom afschuwelijke beelden uit Palestina zien komen van lichamen verpletterd onder het puin, huilende mensen die hun omgekomen geliefden dragen, hele wijken die tot stof zijn vergaan. Het zijn rauwe, ondraaglijke beelden. En nog belangrijker: het zijn echte beelden. Toch gaan deze beelden zelden zo viraal als één specifieke afbeelding: namelijk een door AI gegenereerde foto van Rafah, met als bijschrift “All eyes on Rafah”. Dagenlang was dat het beeld dat het hele Instagram-algoritme domineerde.

Om het nog eens duidelijk te stellen. Van alle pijnlijke beelden die er bestaan, vaak gedocumenteerd door Palestijnen zelf, was net dat ene beeld dat op een ongeziene, bijna onvoorstelbare manier viraal ging, niet eens echt. Ik wil niet samenzweerderig klinken, maar ik geloof niet dat dit zomaar toeval was. 

Als collectief voelen we ons comfortabeler bij een door AI gegenereerd beeld van Palestijns lijden dan bij de realiteit zelf. Echte beelden dwingen ons namelijk om genocide recht in de ogen te kijken. Het confronteert ons met onze eigen medeplichtigheid.

Daarnaast is er een dieperliggend probleem waar Edward Said in 1984 al op wees, namelijk dat de Palestijn zelden of nooit de toestemming krijgt om zijn eigen verhaal te vertellen. Wanneer ze dat wel doen, worden ze meteen het zwijgen opgelegd of in diskrediet gebracht. Hun authentieke beelden en verhalen geven het bredere publiek simpelweg een te ongemakkelijk gevoel, want echte confrontatie gaan we liever uit de weg. En hoewel het delen van deze AI-gegenereerde beelden vaak voortkomt uit de goede intentie om Palestina op de politieke agenda te houden, is het tegelijkertijd geworteld in een vorm van structureel racisme. De weigering om Palestijnse stemmen en beelden te vertrouwen gaat niet enkel over ongemak. Het gaat over geïnternaliseerde xenofobie.

Hun getuigenissen, of ze nu gesproken, geschreven of visueel zijn, worden nog steeds als inherent onbetrouwbaar gezien. In plaats daarvan geven we AI toestemming om het narratief te bepalen en online viraal te gaan, omdat AI ons geen echte morele eisen stelt. AI confronteert ons niet en verwacht niets van ons.

Palestina is geen trend

We verwachten dat de ontmenselijking van Palestijnen vaak uit een voorspelbare, zionistische hoek komt, maar ook bondgenoten kunnen zich hier soms schuldig aan maken. Op sociale media wordt dat pijnlijk zichtbaar in de manier waarop Palestijns lijden wordt herleid tot een trend. De logica daarachter is vaak: “Als we het aanpassen aan de taal van wat nu viraal gaat, bereiken we meer mensen en zullen zij er dan misschien meer om geven.” En ja, het klopt dat trendgerichte posts vaak een breder publiek bereiken. We moeten ons echter wel durven afvragen: tegen welke prijs?

Er zijn twee specifieke voorbeelden waar ik meteen aan moet denken, al zijn er ongetwijfeld veel meer. Het eerste is het Spotify Wrapped-format. Al enkele jaren domineert Spotify Wrapped in de decembermaand onze sociale media. Spotify-gebruikers delen dan kleurrijke infographics waarop hun favoriete artiesten, genres en het aantal beluisterde minuten van het afgelopen jaar te zien zijn. Vorig jaar werd datzelfde format hergebruikt om het aantal Palestijnen dat gedood, ontheemd of gebombardeerd was in beeld te brengen met de bijbehorende cijfers. Aangezien het een exacte kopie was van de Spotify Wrapped-template was de opmaak felgekleurd, speels en vertrouwd. Maar de inhoud? Volledig ontwrichtend.

Het tweede voorbeeld zijn de Valentijn-posts. Elke februari wordt onze tijdlijn overspoeld met zoete roze en rode Valentijn-grapjes. Tussen al dat schattigs duikt telkens opnieuw hetzelfde type post op: “Will you free my Palestine?” Deze posts imiteren de toon en stijl van een Valentijnskaart met speelse lettertypes en getekende hartjes, maar is dan gekoppeld aan een boodschap die allesbehalve speels is. Ik begrijp oprecht dat mensen op deze manier proberen om Palestina onder de aandacht te houden. Maar toch wringt het. Het voelt verkeerd. Het ontneemt de boodschap van verzet, lijden en bevrijding van haar ernst. Ik geloof zelfs dat dit soort zichtbaarheid vaak het omgekeerde effect heeft. Het maakt het bredere publiek niet gevoeliger, maar net ongevoeliger. Het reduceert Palestijnen tot een trend, tot iets wat je in een format kan gieten. In feite voelt het meer aan als performatieve solidariteit.

Wat ik heel duidelijk wil stellen, is dat dit absoluut geen afbreuk is van online activisme. De virtuele wereld is vandaag een onlosmakelijk deel van ons leven en dus ook van ons maatschappelijk engagement. Palestina online levend houden is cruciaal, net omdat het mee de politieke agenda beïnvloedt. Om diezelfde reden heb ik alleen maar aanzien en respect voor de mensen die tot op vandaag de tijd nemen om goed geïnformeerde, heldere en toegankelijke posts te maken over het nieuws dat dagdagelijks uit Palestina komt. Mijn boodschap is vooral dat we voorzichtig moeten zijn en ons kritisch denkvermogen scherp moeten houden. Een simpele maar goede lakmoesproef voor de kwaliteit van een post, is door te kijken hoe Palestijnen er zelf mee interageren. We mogen ons niet laten meeslepen door de haast of groepsdruk van de digitale wereld. Nog belangrijker, we mogen het collectieve doel van de bevrijding en volledige dekolonisatie van Palestina niet uit het oog verliezen. Al de rest is momenteel bijzaak.

Wat we ons echter niet kunnen permitteren, is zichtbaarheid verwarren met gerechtigheid. Het feit dat een post viraal gaat, betekent niet dat die daarom per se goed is, of dat die recht doet aan de mensen over wie het gaat. Viraliteit is namelijk geen deugd.


Dit artikel werd overgenomen van DeWereldMorgen.


Geef je mening of deel in je netwerk
longread