De rauwe en ongescensureerde blik van jongeren

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie heeft de macht om het beeld te bepalen van heel het land? Over autonome beeldvormingsprocessen bij jongeren in Brussel
De rauwe en ongescensureerde blik van jongeren
 

Dankzij de democratisering van audiovisuele instrumenten leren jongeren in Brussel zelf video's en films maken. Zij boksen een videoclip voor hun laatste hiphop nummer in elkaar zonder hulp van een filmschool. Met evenveel finesse wordt een kortfilm, streetficton of webserie ingeblikt. Stijlen worden heruitgevonden. Reportages en documentaires die veel verder gaan dan de gangbare hiphop clichés passeren de Youtube en Facebook revue. Dankzij de opkomst van het internet en sociale media vinden zij gemakkelijk een publiek voor eigen audiovisuele creaties en zijn ze niet meer afhankelijk van de formele mediastructuren om gezien en gehoord te worden. Sommige films bereiken zo gemakkelijk meer dan 130.000 kijkers en concurreren gemakkelijk met de meeste Vlaamse televisieprogramma's.

Deze democratisering is essentieel wanneer we het hebben over identiteit en burgerschap bij jongeren in een grootstedelijke context als Brussel. Media spelen een essentiële rol spelen in identiteitsconstructies. Zij bepalen mee onze referentiekaders: ze geven tot op een zekere hoogte aan wie we zijn, wat onze normen zijn en welke waarden we aanhangen. Ze verschaffen ons bepaalde concepten die we nodig hebben om de snel veranderende wereld te kunnen interpreteren. Nieuwe media zorgen voor een opening. Nieuwe vormen van engagement en burgerschap krijgen vorm en zorgen voor nieuwe identiteitsdynamieken die jongeren de macht geven om zichzelf autonoom te representeren. Zij bieden een uitweg uit het identitair spiegelpaleis van voorgekauwde en eindeloos herkauwde verwachtingen, oordelen en vooroordelen. Zij zorgen voor erkenning.

In wat volgt, een korte bloemlezing van de niet meer te stoppen Brusselse virtuele beeldenstorm. We kijken en luisteren even naar wat de jongeren zèlf te vertellen hebben. Rauw en ongecensureerd [1]. We leggen ons onvoorwaardelijk oor te luister en zetten onze eigen bril af. Vanuit welke invalshoek kijken de jongeren zèlf naar de alledaagse Brusselse realiteit, welke problemen zien zij en welke thema’s plaatsen zij op de agenda? Een toetssteen voor het wijdverspreid nieuw realisme waarmee al te vaak naar onze superdiverse samenleving gekeken wordt.

 

De Pioneers

 

'Camera Quartieris de eerste Brusselse webserie naar een origineel idee van Nordine Oualdlhadj.  Het bestaat uit verschillende humoristische episodes die ons meevoeren in intriges en affaires uit het dagelijks leven van jongeren uit Schaerbeek. Met hun initiatief willen de jongeren een licht werpen op het leven zoals het is in Schaerbeek. 'Camera Quartier' neemt zich expliciet voor om jongeren de ruimte te geven om zich uit te drukken en op die manier in te gaan tegen de stereotiepe beeldvorming over jonge Brusselaars. De acteurs van de serie hebben het collectief 'Los Parazites' opgericht. Zij zullen te zien zijn in de veelbelovende eerste langspeelfilm van Adil El Arbi en Bilal Fallah. 'Images', een fictiefilm over een tragische ontmoeting tussen een jonge Brusselaar en een ambitieuze journaliste die een inkijk geeft op de al te foute manier waarop de media te werk gaan in hete buitenwijken van onze hoofdstad. 'Camera Quartier' krijgt met zijn initiatief al snel navolging uit Ganshoren. De concurrerende webserie 'Les Couilleux' gaat over vijf vrienden aan het einde van hun tienerjaren, die opgroeien in de straten van Brussel. Blagoy, Chesco, Charly, Ulrich en Maxime delen hun soms toch geschifte avonturen met een breed publiek.

 

Onderwijs en tewerkstelling

 

Waar 'Camera Quartier' en 'Les Couilleux' genoegen nemen met een humoristische mise en scène van dagdagelijkse situaties, gaan andere jongeren verder en klagen doorheen hun verhalen sociale problemen aan.Schooluitval bijvoorbeeld. Les bras cassés’, van het collectief ‘Los Marolles’ is aangrijpend. Het geluid van een bureau dat uit het raam gekieperd wordt, trekt meteen onze aandacht. Twee jonge gasten worden van school gesmeten door een woedende en arrogante directeur.  Zij komen in de metro terecht, tussen Roma en daklozen. De twee jonge gasten weten niet goed wat er gebeurt. Ze schamen zich en durven het niet aan hun ouders vertellen. Een van de twee gasten stapt naar de arbeidsconsulenten met ambitieuze verwachtingen. Hij wil een bureaujob met bedrijfswagen en een secretaresse. Zijn vriend heeft een andere weg gekozen en besluit een bank te overvallen. Wanneer hij terugkeert naar de bende, volledig gerestyled met nieuwe hippe kleren en een gouden ketting, lachen zijn vrienden hem uit en verwijzen hem door naar een casting voor een gangsterfilm. Hun zoektocht wordt al snel een desillusie. Hun uitzichtloze situatie drijft hen om een hold up te plegen. Maar het loopt fout af, de Pakistaanse kruidenier herkent de bende. De politie pakt een van de gasten op en de hele wijk roddelt over hen. Er blijft maar een keuze over: terug naar school gaan.

 

In de kortfilmBrussels Express, de eerste Brusselse street fiction van Moussa Sah, volgen we, in de buitenwijken van Sint-Gillis, de parallelle verhaallijnen van twee hoofdpersonages: Biskot en Moussa. De film begint met een tiental moto’s en een quad die met de nodige show voorbij de gevangenis van Sint-Gillis scheuren. De ‘Kamikaze Riders’ pikken Moussa op, die net is vrijgelaten. Op zware beats van de Brusselse hiphop formatie La Revolte maken we de bevrijdingsrit van dichtbij mee. Intussen wordt Biskot, een jongen van zestien, uit de klas gegooid omdat hij met zijn gedachten niet bij de les is. Ondanks de druk van zijn vriendenkring hangt hij liever rond op straat dan mee te gaan naar de boksles, waar discipline hoog aangeschreven staat. Ook een mogelijke vakantiejob laat hij links liggen. Tegen de goede raad van de grote broers op de hoek van de straat in, kiest hij voor ‘het gemakkelijke geld’. Moussa van zijn kant zit algauw weer opgesloten met zichzelf en een kalasjnikov in een kelder. Het grijpt de kijker naar de keel, hij klaagt de wantoestanden in het onderwijs aan en dreigt het heft in eigen handen te nemen. ‘Quand le système te tue, tu tues le système!’ Uiteindelijk wordt Biskot van straat gepikt en krijgt hij een lift van Moussa, die hem hardhandig tot rede tracht te brengen.

Zowel 'Les Bras Cassés' als 'Brussel Express' uiten een sterke bezorgdheid over de situatie van jongeren in het onderwijs en de wijze waarop bepaalde mechanismen en structuren  ervoor zorgen dat sommige jongeren stap voor stap verwijderd geraken van een reguliere schoolloopbaan. Maar wat zorgt ervoor dat jongeren het beu worden op school en beginnen te spijbelen? Een aantal jongeren ging op zoek naar antwoorden tijdens een videoatelier van Solidarcité en maakten de korte documentaire 'A chacun son coin de rue'.De documentaire geeft een eerlijke inkijk in hoe de jongeren het afhaken zelf ervaren. Wat doen ze met hun tijd, welke betekenis geven ze zelf aan hun spijbelen, hoe denken zij dat volwassenen hiertegenover staan, maar vooral hoe denken zij zelf uit deze situatie te geraken?

Maar stel, je hebt doorgezet en uiteindelijk jouw diploma behaald. Wat is de volgende stap ? Zal het evident zijn om werk te vinden?  Onder begeleiding van Najib Chairi, maakten de jongeren van MJ Le 88 de kortfilm Facade.  Een jonge gast wordt wakker. De dag van zijn eerste sollicitatiegesprek is aangebroken. De wekker gaat af. Het vlot niet. Hij kleedt zich moeizaam aan. Hij wast de zwaarte van zijn ogen weg. Toch één hoopvolle glimlach in de spiegel. Hij ziet er opperbest uit, op naar de metro! Het wachten verzwaart de spanning. Maar waarvoor? Hij heeft zichzelf uiteindelijk verkocht aan een  potentiële werkgever die hem niet eens zag staan en het de moeite niet achtte om één blik te werpen op zijn cv alvorens deze botweg in de vuilnisbak te kieperen. Racisme, je krijgt het vandaag ook met een glimlach toegediend.

 

Racisme

 

Ook de kortfilm ‘Dr Roux’ van Frank Lukaz rakelt het heikele thema van racisme op. Roger, een nieuwe patiënt in het ziekenhuis, wilt niet meer eten. Mahmoud, Tamwhe en  Karim proberen tevergeefs te achterhalen wat er misloopt. Roger stuurt ze een voor een uit zijn ziekenkamer. Dr. Roux heeft de oplossing. Hij stuurt Benoit, de enige blanke witte Belgische verpleger. Roger laat de verpleger binnen en doet zijn beklag over het verzorgend personeel. Hij hoopt dat Benoit niet in Dirham maar in euro betaald zal worden. Als kuifje maar niet in Congo was geweest, dan waren al die zwarten ook niet naar hier gekomen, niet? Last van racisme? Praat er over met uw arts.

Het is spitsuur in het Zuidstation van Brussel. In de wachtruimte bevinden zich drie tassen, zonder eigenaar. De tijd tikt tergend langzaam. De pakjes worden verdachter met de seconde. De kortfilm ‘Tik Tak’ van Martin Santana beslaagt vier eindeloze minuten uit het leven van een bange blanke vrouw. Ze kijkt ongemakkelijk naar enkele jonge Marokkanen en vraagt een katerige jonge man of hij de eigenaar is van de drie tassen. Het kan de jongeman klaarblijkelijk weinig schelen. Wanneer de Marokkaanse jongeren hun zitplaats verlaten, is de paniek totaal. Tot wanneer een jonge vrouw haar drie zakken terug komt ophalen. Boom!

Yassine een typsiche jonge ‘Maroxellois’ gaat naar het kapsalon van Mohamed, de Koerdische kapper uit de buurt. Hij wilt een ‘Coupe Dégradé’. Dat is meteen ook de titel van de originele kortfilm van de jongeren van JH Chicago. We volgen Yassine bij de kapper en proberen de betekenis van het gegeerd kapsel te achterhalen, waarom wilt hij af van zijn “toefke”? Een coupe dégradé blijkt voor de jongeren vooral een modeverschijnsel te zijn, een manier om te voldoen aan de ‘new style’, en uiteraard ook een manier om knap en verzorgd te zijn en goed te staan bij de meisjes. Terwijl het voor de jongeren zelf een teken is waarmee je aan de buitenwereld toont dat je in form bent, wordt het in de brede samenleving volgens de jongeren vooral gelinkt met kwajongensstreken en diefstal. “L'arabe de service”, “le sale arabe”, “l'arabe tout court”. Een pot nat. “Zeker met een snorreke er bovenop”.  Als je voor een coup degradé kiest, zoeken ze naar het kleinste foutje om u terecht te wijzen of u van 't school te smijten.

 

Islamofobie en de media

 

Voorgaande films tonen duidelijk aan dat jongeren in Brussel geconfronteerd worden met structureel racisme, niet alleen op school of in hun zoektocht naar werk, maar ook in alledaagse situaties. Jongeren met een bepaald voorkomen, maar ook met een bepaalde religie worden geviseerd. In Vous avez dit Halal?speelt  Sam Wis op een grappige manier in op de vooroordelen die er leven over «dè Islam» en grijpt hiervoor terug naar voedingsgewoonte en relativeert subtiel de overgevoeligheid van politici die jaarlijks rond het schapenfeest dierenrechtenactivist worden. In 'Islam...faut-il en avoir peur?gaat hij dieper in op de stereotiepe en voyeuristische manier waarop de islam in de media in beeld wordt gebracht. Islam, islamisme, fundamentalisme, extremisme, terrorisme. Wat is het verschil? Ook de jongeren van asbl Les fourmis hebben een probleem met de manier waarop de media berichten over dè islam.  'Question à la nulvan Samira El Mouzghibati  is een parodie op het polemische programma van de RTBF 'Question à la Une – Faut-il craindre la montée de l'islam en Belgique'. Een programma dat veel stof deed oplaaien in het tot dan van islamofobie grotendeels bespaarde Wallonie. De reporter Béatrice d’Acotédlaplaque werpt een licht op de meest duistere aspecten van de moslimgemeenschap en de duivelse betekenis van de hoofddoek in het bijzonder. Ze drijven op een intelligente manier spot met de self-fullfulling prophecy die spijtig genoeg eigen is aan vele journalisten. Is de hoofddoek een gevaar voor de Belgische democratie?

 

Met 'Prends 250 balles et casses toisteken de artiesten van H2B op hun beurt de draak met het plat populisme van het Vlaams Belang. Zij roepen iedereen op om profijt te halen uit de beloning die zij beloven als men moslima's die het bourkaverbod overtreden bij de politie aangeeft. Ook de jonge Abdel, de man achter asbl Dream en het stand-up collectief ‘Scène d'up’, heeft zich gewaagd aan een video die de opkomende islamofobie aankaart. Hij becommentarieert in een video een debat op France 2 waar Veronique Genest een openlijk islamofobe en zionistische publieke figuur en bekende Franse actrice, op haar plaats wordt gezet.  Dit zorgde voor een onverwacht succes en motiveert Adbel voor een hele reeks vlogs op te nemen. Abdel en vrai! Abdel neemt geen blad voor de mond en valt het Vlaams Belang aan, neemt de opkomende islamofobie op de korrel en de racistische manier waarop de meeste media, zoals La DH functioneren. Hiernaast durft Abdel ook op een humoristische manier kritische noten te kraken over de manier waarop er naar de Ramadan of naar Marokkaanse huwelijken gekeken wordt. Hij neemt ook een loopje met de manier waarop sommige jongeren naar vrouwen kijken en op een nogal ongelukkige manier op straat trachten te versieren. Abdel doorbreekt stereotiepen, langs beide kanten.

 

Politiegeweld

 

Het politiekorps is niet immuun voor racisme of islamofobie, integendeel.  Dat bewijst Quand la police ne respecte pas la loi. Deze onthutsende reportage werd gemaakt in het kader van een conferentie van Comac-quartiers over de moeilijke relatie tussen jongeren en de politie in Brussel. Jongeren vertellen er open en bloot over hun ervaringen met de ordediensten en dan voornamelijk over hun gevoel systematisch onrespectvol en soms zelfs gewelddadig benaderd te worden. Het vertrouwen van de jongeren in de politie is ver te zoeken. Zij worden met de regelmaat van de klok overvallen met identiteitscontroles. De vraag: “Wat doen jullie hier?” wordt wel erg provocerend als het u dagelijks gesteld wordt. De geringste reactie op de provocatie van een agent lokt agressieve controles uit. Jongeren die het slachtoffer zijn van onverantwoord en willekeurig politiegeweld, worden vaak zelf veroordeeld voor geweld ten aanzien van politieagenten. In geval van conflicten worden de jongeren door de politie a priori in de rol van dader benaderd, ook al zijn ze het slachtoffer van racistisch geweld van bijvoorbeeld skinheads of hooligans. De verpleging in het ziekenhuis en de rechter in de rechtbank gaan mee in het verhaal van de politie. Een straatje zonder einde. De reportage was een belangrijk precedent, jongeren maken nu ook meer en meer gebruik van videoplatformen om politie misbruiken te signaleren [14].

 

Gender

 

It's a man's world! Niet alleen bij de politie, ook op een voetbalplein in een buitenwijk van Brussel. Een meisje. Zij zou graag over de hekken kruipen en meespelen. De jongens spelen onbezonnen en zien haar niet eens staan. De spanning is te snijden. Zij komt dichterbij, wil meedoen maar krijgt enkel grappen en onverschilligheid terug. Zij zet echter door en blijft opnieuw proberen tot ze respect krijgt. De kortfilm ‘Parlons-en’ van Ludivine Sibelle & Ramzy Bentrad illustreert de vastberadenheid en doorzetting van jonge vrouwen in Brussel om gelijk behandeld te worden. Ook ‘Le groupe découverte’, een reportage van de meisjes van JH Le Toucan toont deze vastberadenheid.  Het geeft ons een inkijk in hun persoonlijke drijfveren. Een ontroerend verhaal over het belang van vriendschap en familie, maar ook een strijdbaar relaas over migratie en verontwaardiging. In 'Cette prison qui est mon corps' latendejongeren van asbl Vision zich van hun meest kwetsbare kant zien. Ismael en Malik waren de twee enige allochtonen in de klas.  Ismael wordt verliefd op een klasgenote. De kriebels zijn wederzijds, maar worden weggepest door hun medestudenten. Gelukkig is Malik daar om hem te ondersteunen in moeilijke tijden. Zij worden beste vrienden. Malik is een creatieve einzelganger, een in zichzelf gekeerde schrijver. Zijn ouders hebben onrealistische verwachtingen. Zij willen dat hij snel economie gaat studeren en zo vlug mogelijk trouwt. Niemand weet dat hij homo is, tot hij de eer aan zichzelf overlaat en zelfmoord pleegt. 

 

Politisering & Globalisering

 

Jongeren spreken niet enkel over hun eigen ervaringen en leefwereld, maar engageren zich vaak in hun films. Ze zetten hun creativiteit ook in voor politieke doelen.Voor Ali Araas bijvoorbeeld, een Belgo-Marokkaan die in Marokko gevangen zit en gefolterd wordt voor een delict waarvoor hij in Spanje reeds zijn straf heeft uitgezeten. Botweg uitgeleverd door de Belgische overheid voor zijn vermeende banden met terrorisme. In Ali Aarrass, pour l'exemplegeeft Mohamed Ouachen een inkijk in deze onderbelichte zaak. De politisering van de audiovisuele creaties van jongeren in Brussel overschrijdt de nationale grenzen. Zo zien we naar aanleiding van operation Cast Lead, een vuile oorlog waar Israel Gaza bombardeert en verschillende Internationale conventies schendt. Onder meer door de Palestijnen en de hulpverlening ter plaatsen te bestoken met dodelijke chemische wapens. Heel de Belgische hiphop scène verklaarde onder impuls van enkele Brusselse jonge rappers met L'expression contre l’opression’ haar solidariteit.  Code Rouge maakte in duet met Amel MAthlouti ook de videoclip Horizon. Voor elke neergeschoten Palestijn, staan er 10 nieuwe op. Een onuitputtelijke bron van solidariteit.

 

Besluit

 

De voorgaande steekproef van autonome films geeft ons meteen een ander beeld van de Brusselse realiteit. Want jongeren en Brussel, het mag herhaald worden, zijn twee woorden die in combinatie een hoop voornamelijk negatieve associaties met zich meebrengen. Brussel in het algemeen en Brusselse jongeren in het bijzonder worden overwegend negatief in beeld gebracht. De combinatie van beide termen opent daarenboven een onuitputtelijk register van essentialistische en vaak wetenschappelijk onderbouwde opvattingen over ‘dè islam’. Zo zouden volgens Marc Elchardus  moslimjongeren in Brussel meer kans hebben om antisemitisch te zijn. Volgens Marc Hooghe zouden zij ook een meer homofobe neiging hebben. Sofie Peeters heeft het seksisme in Brussel (her)ontdekt. Marion Van San zou tenslotte wetenschappelijk bewezen hebben dat er een lineair verband zou bestaan tussen criminaliteit en de afkomst van diegene die een criminele daad plegen. De media spelen gretig in op deze vermeende wetenschappelijkheid. Zij moeten realistisch en objectief blijven en de problemen onomwonden durven benoemen. In een drang naar het maximaliseren van kijkcijfers resulteert hun zoektocht naar sensationele berichten in hyperreële fenomenen, situaties, leefgewoonten, rolpatronen en personages. Men schept zo een waan van normaliteit rond marginale fenomenen. De neutraliteit van deze gedurfde wetenschappelijke en journalistieke objectiviteit wordt zelden of nooit in vraag gesteld. De goede intenties van onderzoekers en journalisten ten spijt, voeden dergelijke analyses en berichtgeving de vooroordelen over jongeren in Brussel en legitimeren ze een beleid dat gericht is op veiligheid.  Politici houden onder het mom van datzelfde nieuw realisme, een pleidooi om ‘de èchte problemen’ te durven benoemen, los van elke ‘politieke correctheid’ en voeren een beleid op basis van dezelfde probleemstelling. Zij laten de reële sociale problemen ongemoeid, die maar al te vaak de oorzaken zijn van vermeende onveiligheid of effectieve criminaliteit.

 

De camera blijft gefocust op onaangepast en normoverschrijdend gedrag. Succesverhalen of de verhalen van de jongeren zèlf komen zelden tot nooit aan bod.  Nochtans schreeuwen jongeren om genuanceerde aandacht.Zonder te poneren dat onze bloemlezing representatief is voor dè Brusselse jongeren, kunnen we wel stellen dat we tot een heel ander beeld komen dan deze geconstrueerd doorheen de bril van het nieuw realisme. Blijkbaar is dat gedurfd realisme dat veel wetenschappers en journalisten met veel bravoure aan het licht brengen dan toch niet zo realistisch. Maar eerder een afspiegeling van de witte, heteroseksuele, mannelijke en middenklasse norm. 

Terwijl men zich op de borst klopt en afkomst en criminaliteit durft linken, zijn jongeren  hun ‘kleine broers’ uit de criminaliteit aan het houden. Jongeren zijn dus vooral bezig met essentiële zaken zoals onderwijs en tewerkstelling en tonen een sterke bezorgdheid over de schooluitval en de uitzichtloosheid en discriminatie, wanneer zij toch doorzetten en een diploma halen. Terwijl men durft te stellen dat jongeren antisemitisch zouden zijn, blijkt racisme het grootste probleem te zijn dat zij zelf ondervinden. Niet enkel alledaags racisme op basis van hun voorkomen, maar ook op basis van hun religie, de islam. Jongeren uiten een sterke bezorgdheid over de opkomende islamofobie.  Tegelijkertijd klagen zij de wantoestanden in Palestina aan, en betuigen ze hun solidariteit met hun broeders in Palestina. Was het dus antisemitisme of  antizionisme waar Marc Elchardus het over had? Daarnaast stellen zij het structureel racisme in het onderwijs en in hun zoektocht naar werk, maar ook hun aanraking met de ordediensten aan de kaak. Een alarmerende conflictueuze verhouding tussen jongeren en politie. Een algemeen verzwegen grensoverschrijdend gedrag van het politiekorps dat nauwelijks op haar verantwoordelijkheid wordt gewezen door de bredere samenleving. Tenslotte zien we ook een sterke strijdbaarheid van jonge vrouwen, een opkomende gevoeligheid ten aanzien van de gelijkheid tussen man en vrouw en een kritische houding ten aanzien van de heersende heteronormativiteit. Stomweg over het hoofd gezien, verblind door de shockerende erkenning van het seksime in Sofie Peeters haar reportage.

Dankzij nieuwe media nemen jongeren in Brussel de beeldvorming over hun identiteit in eigen handen. Jongeren politiseren, eigenen zich het maatschappelijk debat toe en eisen ruimte voor culturele en identitaire diversiteit. Ze zetten het nieuw realisme van de dominante samenleving in haar blootje. Het zich opnieuw toe-eigenen van het zelfbeeld via audiovisuele en sociale media, kan volgens Nadia Fadil en Meryem Kanmaz [18] gelezen worden als een kritiek op de subjectiviteit en de ideologische veronderstellingen van dominante burgerschapsnoties. En als kritiek op het achterliggende mensbeeld en culturele kader van dominante machtsstructuren. Jongeren leveren niet alleen kritiek, maar bieden tegelijkertijd op een positieve manier een alternatief, een nieuwe articulatie van de eigen leefwereld en culturele achtergrond. Zij eigenen zich hun zelfbeeld opnieuw toe en herstellen zo hun zelfwaarde. Dit kan bovendien gelezen worden als een poging om zich in te sluiten in de collectieve verbeelding en op te komen voor een marge van verschil.  Zij integreren op deze manier alternatieve verhalen, praktijken en trajecten in het dominant burgerschapsverhaal. Deze dynamiek valt volgens Fadil en Kanmaz terug op de drang naar erkenning. Erkenning van deelaspecten van identiteiten die in de media zelden aan bod komen. Zoals de interne strijd voor gendergelijkheid en de kritische houding ten aanzien van heteronormativiteit. De drang naar politisering van maatschappelijke problemen die in de samenleving niet als dusdanig erkend wordt. Racisme en islamofobie, maar ook politiegeweld, de inhumane opsluiting van politieke gevangenen of de voortschrijdende gewelddadige kolonisering van Palestina. Maar evengoed de erkenning van culturele en artistieke uitingen die de mainstraim media of de reguliere culturele sector niet halen. Op deze manier leggen de jongeren de vinger op de grenzen van onze democratie en stellen zij de structuren die klasseverschillen in stand houden in vraag. Zij dagen de gevestigde orde uit en werpen op hun beurt een spiegel op. Het wordt tijd om ons spiegelbeeld in de ogen te durven kijken.

 

Joachim Ben Yakoub / over de auteur

Joachim Ben Yajoub is stafmedewerker beeldvorming en diversiteit bij de Pianofabriek in Brussel, doctoraal onderzoeker bij de Middle East And North Africa Research Group van de Universiteit Gent en Bestuurslid van Kif Kif. Hij is co-auteur van Superdiversiteit en democratie (EPO, 2014).

 

>>> Dit stuk werk geschreven voor Momenten nr. 12 / 2014 - www.demos.be

>>>> Benieuwd naar de  films die de selectie gehaald hebben?

Kom het te weten op 10 december in de KVS om 18u tijdens de vernissage van de Expo System_D.

 



[1]Het merendeel van de in dit artikel besproken films zijn in 2012 vertoond op het filmfestival System D. Met dank aan iedereen die heeft meegeholpen om het filmfestival System D op poten te zetten en in het bijzonder aan Samira Hmouda voor de voortdurende zoektocht naar aanstormend talent! Meer info: www.festivalsystemd.be

[18]Karel Arnaut, Sarah Bracke, Bambi Ceuppens, Sarah De Mul, Nadia Fadil & Meryem Kanmaz, 2009, Een leeuw in een kooi : de grenzen van het multiculturele Vlaanderen. Antwerp: Meulenhoff/Manteau.