Ga verder naar de inhoud
Ga verder naar de inhoud
CC Stef Arends

Beste kin­der­rech­ten­com­mis­sa­ris, een kleu­ren­blin­de kindtoets kost levens

De dood van de 11-jarige Fabian – die door de politie werd overreden tijdens een achtervolging – kan niet los worden gezien van structureel racisme. Dat Vlaams kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens dit weigert te erkennen is niet alleen onbegrijpelijk, maar ook onverantwoord. De 'kindtoets' die zij voorstelt kan nuttig zijn, maar nieuwe slachtoffers van dit soort politiegeweld kunnen enkel worden voorkomen met een specifiek antiracismebeleid.

Door Nina Henkens op 11 juni 2025

Naar aanleiding van het overlijden van de 11-jarige Fabian, die vorige week door de politie werd doodgereden in Ganshoren, reageerde de Vlaamse kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens op sociale media met een oproep om dringend een zogeheten kindtoets in te voeren. Deze toets is een set richtlijnen voor de omgang van de politie met minderjarigen, en werd opgenomen in het federaal regeerakkoord. De toets moet agenten informeren over en  trainen op het vlak van de rechten van kinderen en hun behoeftes.

Hoewel extra aandacht voor de kwetsbaarheid van minderjarigen uiteraard noodzakelijk is voor politiewerk, negeert de kindtoets de olifant in de kamer: de relatie tussen kinderrechtenschendingen door de politie en structureel racisme. Dit roept de vraag op waarom het voor Vlaamse mensenrechteninstellingen blijkbaar zo moeilijk is om racisme te benoemen bij mensenrechtenschendingen.

Waarom blijft de Vlaamse kinderrechtencommissaris in haar communicatie zwijgen over de link tussen racisme en politiegeweld tegen kinderen?
Nina Henkens

Als jeugdwerker was ik getuige van hoe kinderen met migratieachtergrond veel sneller als volwassenen behandeld werden door leerkrachten, voorbijgangers, zaalwachters, winkelpersoneel en politieagenten. Dat wil zeggen dat er minder begrip is voor hun kindzijn en kindgedrag, ze sneller aangesproken en gecorrigeerd worden, sneller verdacht worden van fout gedrag en vaker doelwit van verbaal en fysiek geweld door volwassenen. De Franse activiste en moeder Fatima Ouassak noemt dit desenfantisation - een term die aangeeft hoe racisme het kinderen berooft van hun kindzijn. Ze merkt daarbij op dat ook gender en klasse een rol spelen: het zijn vooral jongens uit aandachtsbuurten die politiegeweld meemaken. Een kindtoets die geen rekening houdt met de negatieve bias naar deze groepen, zal te weinig oplossingen en bescherming bieden voor jongens als Fabian.

Verder hoopt de kinderrechtencommissaris dat onderzoek door het Comité P ‘antwoorden zal geven op de vraag hoe dit is kunnen gebeuren’. Het spreekt voor zich dat de commissaris voorstander is van een onderzoek, dat is immers wat de rechtsstaat voorschrijft op het moment dat burgers omgebracht worden door de politie.

Maar moeten we dat onderzoek echt afwachten voor we uitspraken kunnen doen over wat er misgelopen is? Met de info die we nu hebben, en de vele voorgaande gevallen van dodelijk politiegeweld? Met de kritiek op het Comité P in ons achterhoofd? De Franstalige kinderrechtencommissaris, Soleyman Laqdim, denkt er dan ook anders over. Hij stelt dat hij de conclusies van het Comité P niet moet afwachten om te stellen dat de rechten van Fabian geschonden werden. Verder legt hij Laqdim wél de link met de profielen van de slachtoffers.

Sinds Laqdim in februari 2023 kinderrechtencommissaris werd, kreeg hij naar eigen zeggen '20 à 25 meldingen van politiegeweld tegen minderjarigen'. Hij ziet daarin drie constanten, zo vertelde hij aan VRT NWS: "Ten eerste, het zijn allemaal kinderen met buitenlandse roots. Ze komen ook niet zelf met een klacht, dikwijls zijn het ouders of omstanders, die soms de gebeurtenissen filmden. Ik zag hoe een kind van negen jaar tegen de grond werd gehouden met een knie in zijn nek.” Zijn analyse wordt ondersteund door de oplijsting van de namen van slachtoffers in de pers: ‘Mawda, Ibrahima, Ouassim, Sabrina, Adil en Mehdi’ zijn de meest gekende. Geen Seppes, Hannelores, Victors en Louises.

In een samenleving waarin racisme structureel is, wordt het benoemen van racisme erger gevonden dan racisme zelf.
Nina Henkens

Waarom blijft de Vlaamse kinderrechtencommissaris in haar communicatie zwijgen over de link tussen racisme en politiegeweld tegen kinderen en jongeren, in tegenstelling tot haar Franstalige collega’s, en ondanks de vele getuigenissen en analyses van professionals en ervaringsdeskundigen? Zelfs zonder uitspraken te doen over het overlijden van Fabian, zou het Kinderrechtencommissariaat zijn dood kunnen kaderen door aan te geven dat kinderen als Fabian extra kwetsbaar zijn voor politiegeweld. Die vraag is belangrijk, want het zorgt ervoor dat een deel van de oplossing, die het leven van kinderen als Fabian in de toekomst kan redden, onderbelicht blijft.

Ten eerste worden er in de politiestatistieken geen data over etniciteit bijgehouden. Op die manier kunnen er geen macro-analyses gemaakt worden over maatschappelijke trends zoals structureel racisme en blijven we voor elk dodelijk incident afhankelijk van individuele onderzoeken, die uitgevoerd worden door gebrekkige en niet-onafhankelijke apparaten. Daarbij komt dat in een samenleving waarin racisme structureel is, het benoemen van racisme als maatschappelijk probleem aangevoeld wordt als een beschuldiging die erger is dan het maatschappelijk probleem zelf, en niet als deel van de oplossing. 

Ten tweede kan niet ontkend worden dat het politiek klimaat steeds vijandiger staat tegenover kritische stemmen die racisme aankaarten en de rechten van etnische minderheden verdedigen. De afgelopen Vlaamse regeringen hebben erg hun best gedaan om die organisaties en individuen te verzwakken, met resultaat. Die afstraffing is er ook voor mensenrechteninstellingen die rechtstreeks rapporteren aan het Vlaams Parlement. 

Zo kreeg het nieuwe Vlaams Mensenrechteninstituut felle kritiek uit politieke hoek toen hun geschillenkamer een advies publiceerde waarin gesteld werd dat het dragen van een boerkini geen schending betekende van de gelijkheid tussen man en vrouw. Het is ongewoon en onwenselijk dat politici zich op die manier uitspreken over onafhankelijke adviezen, maar het gebeurt steeds meer, en het is niet ondenkbaar dat dit soort aanvallen een chilling effect heeft op andere mensenrechteninstellingen zoals het Kinderrechtencommissariaat.

Tooltip content for: chilling effect

Een 'chilling effect' is het afschrikeffect wanneer personen of instanties door de dreiging met sancties (bijvoorbeeld uit politieke hoek) ontmoedigd worden om zich kritisch uit te blijven spreken.

Alle kinderen hebben recht op bescherming tegen geweld volgens het Kinderrechtenverdrag. Sommige kinderen zijn kwetsbaarder voor geweld, omwille van gender, socio-economische afkomst en migratieachtergrond. Als mensen- en kinderrechteninstellingen deze ongelijkheden niet meenemen in beleidsvoorstellen en bijdragen aan het publieke debat, wordt die ongelijkheid alleen maar groter.


Geef je mening of deel in je netwerk

Over de auteur

Nina Henkens

Nina Henkens studeerde af als sociologe en onderzoeksjournalist en werkte verschillende jaren als beleidsmedewerker rond kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. Als algemene coördinator van Kif Kif is ze verantwoordelijk voor het dagelijks reilen en zeilen van de organisatie. Haar expertisedomeinen zijn de leefwereld van jongeren in de marge en de spanning tussen mensenrechten, veiligheid en discriminatie.

Meer van Nina Henkens