Ga verder naar de inhoud
Ga verder naar de inhoud
Van links naar rechts: Nina Henkens (Kif Kif), Steve Paulussen (UAntwerpen), Alexander Dhoest (UAntwerpen) en Latifah Abdou (politicoloog en moderator). CC Stef Arends

War on woke: strategie voor ex­treem­rechts, ver­dien­mo­del voor media

Woke. De term werd de afgelopen jaren ingezet om nagenoeg elke progressieve stem in het publieke debat af te schilderen als een gevaar voor de samenleving. De rol van journalistieke media is daarbij niet te onderschatten. Ook in Vlaanderen versterkt de pers het antiwokediscours, door een platform te bieden aan politici en opiniemakers die dit spookbeeld doelbewust creëren.

Door Stef Arends op 03 april 2025

In een panelgesprek in De Roma bespraken Kif Kif-coördinator Nina Henkens en media-onderzoekers Steve Paulussen en Alexander Dhoest (UAntwerpen) de manier waarop Vlaamse journalisten antiwokeframes verspreiden, de schadelijke gevolgen hiervan voor vrouwen en non-binaire personen van kleur, en hoe het beter kan. Politiek wetenschapper Latifah Abdou modereerde het gesprek. 

Dhoest (voorzitter van het Antwerp Media in Society Centre) en Paulussen (hoogleraar media en journalistiek) onderzochten vorig jaar hoe het begrip ‘woke’ in de Vlaamse media terechtkwam. “Een paar jaar geleden merkten we op dat het daar eigenlijk continu over woke leek te gaan. We vroegen ons af hoe dat kwam, en dat was de aanleiding voor ons onderzoek”, vertelt Dhoest. 

Ze doken daarop in de krantenarchieven, en gingen via Google Search na wanneer er in Vlaanderen het meest op de term ‘woke’ werd gezocht: “We zijn beginnen uitzoeken waar die interesse is beginnen pieken. Wat bleek, is dat de term vóór 2020 in Vlaanderen nog nauwelijks werd opgezocht.”

Grafiek uit het onderzoek van Dhoest en Paulussen met één lijn die de populariteit van de zoekterm 'woke' tussen 2021 en 2023 verbeeldt, en een andere lijn die het aantal verschenen krantenartikels over de term in die periode volgt.
Voor 2020 werd er in Vlaanderen nauwelijks over 'woke' gesproken. - © Alexander Dhoest en Steve Paulussen

Dit terwijl woke in de Verenigde Staten al veel eerder gebruikt werd. Daar had de term oorspronkelijk juist een positieve betekenis, en werd die gebruikt om structurele ongelijkheden aan te kaarten. “Die emancipatoire geschiedenis van de term hebben we in Vlaanderen eigenlijk helemaal gemist”, legt Dhoest uit.

Tooltip content for: veel eerder

De term werd bijna honderd jaar geleden bedacht door zwarte Amerikanen om elkaar te waarschuwen voor racistisch geweld. Meer over de geschiedenis van 'woke' vind je in dit artikel van het Nederlandse tijdschrift OneWorld.

De eerste piek in het aantal Vlaamse zoekacties die Paulussen en Dhoest tegenkwamen, kwam na de speech van KU Leuven-rector Luc Sels bij de opening van het academiejaar 2021. Daarin waarschuwde de rector dat woke en cancel culture ‘de academische vrijheid onder druk zetten’. “Dat was ook een eerste aanleiding voor de pers om grote aantallen artikels te schrijven over woke”, zegt Dhoest. “Die artikels waren voor een deel ook wel kritisch, maar het was wel het moment dat het thema plots heel prominent werd.”

De eerste aflevering van De Tafel van Vier was het moment waarop de term ‘woke’ mainstream gegaan is in Vlaanderen. Iedereen kende het woord na die uitzending
Alexander Dhoest (UAntwerpen)

De grootste piek die de onderzoekers opmerkten vond plaats in 2022, na de eerste aflevering van De Tafel van Vier. Een van de thema’s tijdens de talkshow was ‘woke’, en presentator Gert Verhulst gebruikte tijdens de uitzending tot dertig keer toe het n-woord. Dat leidde tot grote ophef in kranten en andere media. Dhoest: “Dat is echt het moment waarop de term ‘woke’ mainstream gegaan is. Iedereen kende het woord na die uitzending, omdat er zoveel rond te doen was.”

Tooltip content for: De Tafel van Vier

De talkshow van Gert Verhulst, die na de eerste twee seizoenen werd omgedoopt tot De Tafel van Gert.

“Vanaf 2023 zie je dat er geregeld piekjes voorkomen. Vanaf dan zijn er steeds vaker incidenten waarbij allerhande zaken bestempeld worden als woke”, legt Dhoest uit. Een daarvan was het voorval waarbij Antwerps schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud (N-VA) besliste dat de Arenbergschouwburg een reeks portretten van fotograaf Mous Lamrabat uit de traphal moest verwijderen, omdat ze de plaats innamen van portretten van historische figuren, wat Ait Daoud beschouwde als een vorm van 'woke' cancel culture.

Een latere piek in de (media)aandacht ontstond na het verschijnen van het pamflet ‘Over woke’ van toenmalig N-VA-voorzitter Bart De Wever. In een groot interview met De Standaard naar aanleiding van dat boekje, bracht De Wever de morele paniek vakkundig naar een hoogtepunt. ‘Woke dreigt de samenleving aan de rand van een burgeroorlog te brengen’, kopte de krant gedwee.

“In Vlaanderen is het discours over woke vanaf het begin geweest: ‘dit is een probleem.’”, gaat Dhoest verder. “‘Woke is een bedreiging’, ‘woke is irrationeel’, ‘het is een virus’: er komen heel veel negatieve associaties met de term voor, en zelfs als mensen er in de media positief over spreken, is dat meestal een reactie op de negativiteit.”

Media volgen het antiwokeframe

Media spelen in het ‘woke-debat’ vooral een volgzame rol, vult Steve Paulussen aan: “Zij zijn de facilitator van een debat dat geïnitieerd wordt door politici en opiniemakers die de publieke ruimte gebruiken om over de term te communiceren. Een rector die in een speech over woke begint, de publicatie van het boek van Bart De Wever, een tv-figuur als Gert Verhulst die het onder de aandacht brengt. Media reageren daarop.”

“En eigenlijk al meteen, doordat ze die actoren aan het woord laten, en voornamelijk proberen samen te vatten wat zij zeggen, nemen ze ook het frame en het discours over van die eerste actoren. In academische termen noemen we de mensen die op die manier het mediaframe bepalen de primary definers. Zij zijn de eersten die de ruimte krijgen om te definiëren wat er aan de hand is. In dit geval: ‘woke is een bedreiging.’”

Dat journalistieke media zo vaak een podium bieden aan antiwoke-stemmen, is te verklaren door het feit dat woke-ophef voor mediabedrijven onderdeel is van hun verdienmodel
Nina Henkens (Kif Kif)

Vervolgens wordt er op de stelling van die eerste actoren gereageerd, gaat Paulussen verder: “Dat gebeurt soms ook op een kritische manier. Dan stellen journalisten bijvoorbeeld de vraag ‘Is woke wel bedreigend?’ Maar het frame van woke als bedreiging gaat dan niet meer weg uit het debat”, legt hij uit.

Dat journalistieke media zo vaak een podium bieden aan het antiwokediscours, is volgens Kif Kif-coördinator Nina Henkens onder meer te verklaren door het feit dat woke-ophef voor mediabedrijven onderdeel is van hun verdienmodel. “Sinds de ontzuiling volgen de grote journalistieke mediabedrijven in Vlaanderen een commerciële logica”, legt ze uit. “Ze moeten geld verdienen met abonnementen en advertentie-inkomsten, en daarbij ook concurreren met de sociale media.”

“We zijn zo in een aandachtseconomie terechtgekomen. Nieuws wordt daarbij geproduceerd en geconsumeerd volgens een populariteitsprincipe: interactie op sociale media zorgt voor clicks naar mediawebsites en dus voor aandacht, en die aandacht zorgt vervolgens voor advertentie-inkomsten.”

“Het is in dat kader dat we de hele woke-hetze moeten verklaren. ‘Woke’ is iets dat ophef veroorzaakt, iets dat mensen ook heel interessant vinden. Dat maakt het aantrekkelijk voor redacties en journalisten om over dat thema heel veel te gaan berichten, zoals de onderzoekers ook is opgevallen", zegt Henkens.

Steve Paulussen bevestigt dat samenspel van commerciële journalistieke en sociale media: “Journalisten houden de sociale media zeker in de gaten, zij zien welke debatten daar plaatsvinden. Sociale media zijn vaak ook de bron voor nieuwsberichtgeving. En op krantenwebsites wordt zeer sterk gemonitord hoe goed elk artikel ‘scoort’. Als men ziet dat bepaalde artikels veel worden aangeklikt, heeft men de neiging om daar meer van weer te geven, om die langer bovenaan te laten staan op de homepage. Of ze extra te pushen op facebook. Op die manier houden ze bepaalde thema’s die het ‘goed doen’ – zo ook woke – langer op de agenda, waardoor je een zelfversterkend effect krijgt.”

Paulussen merkte dat journalisten zich niet altijd bewust zijn van die dynamiek. “Een paar jaar geleden kreeg ik verschillende telefoontjes van journalisten die me vroegen ‘Hoe kómt dat toch, dat dat ene thema zo hard leefde?’ Dat ging dan bijvoorbeeld over de zaak-Sihame El Kaouakibi. Journalisten zagen toentertijd dat enkel en alleen het plaatsen van de foto van El Kaouakibi er al voor zorgde dat een artikel het meestgelezen werd van die dag. Ik antwoordde die journalist dan: ‘omdat jullie élke dag die foto plaatsen’. En dat effect speelt denk ik ook bij woke.”

Kif Kif-coördinator Henkens vult aan: “Er is een mooie term die dat fenomeen beschrijft: enragement. Dat is een combinatie van ‘engagement’ en ‘rage’. En media weten zeer goed welke profielen rage oproepen bij het grote publiek. Dat zijn vooral vrouwen en non-binaire personen met een migratieachtergrond. Zij zitten op wat wij het ‘kruispunt van de haat’ noemen [waar seksisme, racisme en LGBTQ+-haat samenkomen, red.]” Mediabedrijven stimuleren dus opzettelijk dat soort onderbuikgevoelens, om meer aandacht te genereren en zo meer geld te verdienen, besluit Henkens.

Tooltip content for: enragement

Die term werd bedacht door media-onderzoeker Kenza Lamot (UAntwerpen en VU Amsterdam), die onderzoek deed naar de invloed van sociale media op de onderwerpkeuze van Vlaamse nieuwsorganisaties.

‘Objectiviteit’

“Veel mensen zullen zeggen: als er iets gebeurt, moet een journalist toch gewoon de feiten kunnen weergeven?”, werpt moderator Latifah Abdou op. “Die zegt dit, die zegt dat, en ‘de waarheid ligt dan wel ergens in het midden’. Hoe zit het met die ‘neutraliteit’ of objectiviteit van de journalist?”

Steve Paulussen begint met een disclaimer: objectiviteit is een moeilijk concept. “Ik geef daar lessen over van drie uur, en dan nog heb ik niet het gevoel dat ik het helemaal heb kunnen uitleggen.” Toch doet hij een poging: “Wat je ziet bij ‘woke’, is dat journalisten proberen om daar onafhankelijk en ‘neutraal’ naar te kijken. En dan is de eerste vraag die men zich stelt: ‘wat is het standpunt dat hier verkondigd wordt?’ En vervolgens: ‘wat is het tegenargument?’ En dan wordt er een tegenpartij bij gehaald.”

Maar door een onderwerp telkens te benaderen als een ‘verhaal met twee kanten’ en één van de standpunten consequent als ‘tegenargument’ te benaderen, houd je het dominante frame in stand, legt Paulussen uit. Op die manier wordt het discours van degene met de meeste communicatiekracht bestendigd.

Binnen het heersende idee van de ‘objectieve journalistiek’ is er weliswaar nog wel ruimte voor journalisten om kritische standpunten in te nemen, maar enkel binnen bepaalde genres
Steve Paulussen (UAntwerpen)

“De houding van ‘objectiviteit’ is ook commercieel gemotiveerd”, voegt Nina Henkens toe. “Het idee van de ‘objectieve’ journalist maakte in de Verenigde Staten opgang op een moment dat mediabedrijven op zoek waren naar een breder publiek. Ze wilden zowel kranten kunnen verkopen aan de Democraten als aan de Republikeinen, en moesten een nieuwe houding vinden om beide groepen aan te spreken.”

Daarnaast zijn journalisten als de dood voor het verwijt zelf ‘woke’ te zijn, voegt Henkens toe. “Ik was vandaag bij het proces tegen Schild & Vrienden, en ook daar werd gezegd: ‘de VRT is woke en daarom hebben ze de hele Pano-reportage vervalst’. Dat is een complottheorie. Maar dat soort geluiden zorgen er wel voor dat journalisten extra voorzichtig zijn, en soms zelfs overgaan tot zelfcensuur.”

Tooltip content for: Pano-reportage

In 2018 toonde de VRT in een reportage van hun onderzoeksprogramma Pano aan dat leden van Schild & Vrienden in geheime chatgroepen duizenden racistische, seksistische, antisemitische en negationistische berichten en memes uitwisselden. Meer hierover vind je in deze video die we over de extreemrechtse jongerengroepering maakten.

Steve Paulussen ziet dat er binnen het heersende idee van de ‘objectieve journalistiek’ weliswaar nog steeds ruimte is voor journalisten om kritische standpunten in te nemen, maar enkel binnen bepaalde genres. “In analysestukken, in opiniestukken en in editorialen zien we dat er duidelijk wat meer stelling wordt ingenomen. Daar wordt zelfs geregeld kritiek geleverd op de eigen berichtgeving, of op actoren die in die berichtgeving centraal hebben gestaan. Maar tegelijkertijd is het wel zo dat men in de algemene berichtgeving – waar men een breder publiek wil bereiken – minder vaak de feiten laat spreken, maar eerder andere actoren laat spreken over de feiten, en die feiten soms laat verdraaien.”

‘Woke’ dient een politiek doel

Moderator Latifah Abdou brengt het gesprek terug bij de primary definers uit het onderzoek van Paulussen en Dhoest: “Mensen als Gert Verhulst, politici als Bart De Wever, die initiëren dat anti-wokediscours met een bepaald doel, dat komt vanuit een bepaalde ideologie. Wat is nu echt die functie van ‘woke’?”

Volgens Nina Henkens gaat het om een strategie van rechts en extreemrechts om minderheidsgroepen uit het publieke debat te houden, en om publieke instellingen van binnenuit af te breken. “We lezen elke dag wat er gebeurt in de Verenigde Staten. ‘Woke’ is de discursieve motor achter de fascisering van Trump.”

Alexander Dhoest beaamt dat, maar voegt toe dat niet alle mensen die het antiwokediscours via de media verspreiden, zulke diepgaande motieven hebben: “Bij Gert Verhulst is het bijvoorbeeld vooral gewoon heel goed geweest voor de kijkcijfers van zijn programma. Maar ook in de cultuursector bijvoorbeeld, zijn er mensen die een bepaalde bezorgdheid hebben over wat ze allemaal ‘niet meer zouden mogen zeggen’.”

“Het antiwokediscours is inderdaad ook een reactie op de emancipatie van bepaalde groepen mensen in de samenleving”, geeft Henkens toe. “In het bijzonder is het denk ik een reactie geweest op Black Lives Matter. Bezorgdheden of ongemakkelijkheden rond het thema racisme, of mensen die niet zo goed weten hoe om te gaan met het gegeven dat een bredere groep mensen mee wil doen aan het publieke debat.”

Kortom: niet alle primary definers van het ‘woke-debat’ hebben dezelfde bedoelingen, maar ze dragen wel allemaal bij aan een destructieve, extreemrechtse strategie. 

De war on woke en online haat

En de strategie om groepen mensen uit het debat te weren is bijzonder succesvol. De framing van ‘woke’ als vijandbeeld leidt ertoe dat mensen die opkomen voor sociale rechtvaardigheid worden afgeschilderd als gevaar voor de samenleving. Dat media over zulke ‘woke’-incidenten zo gretig berichten en ophef soms opzettelijk oppoken, zorgt voor een situatie waarbij mensen bedolven worden door online haatberichten en daardoor soms een volgende keer liever zwijgen. 

Samen met middenveldorganisaties Sankaa en Hand in Hand tegen racisme interviewde Kif Kif de doelwitten van zulk soort online haataanvallen. “De effecten op individuen zijn heel intens”, vertelt Nina Henkens. “Het leidt tot chronische stress en fysieke gezondheidsklachten zoals slapeloosheid, pijn aan ledematen, haaruitval en zelfverminking. Voor verschillende geïnterviewden had de haat ook een economische impact. Ze moesten geld uitgeven aan fysieke bescherming, psychologen, therapeuten en dokters.” Dit alles zorgt ervoor dat veel van de geïnterviewden selectiever geworden zijn in wanneer ze zich wel en niet in het maatschappelijk debat mengen. Soms is het voor hen gewoon de backlash niet waard. 

Media zouden hier gevoeliger voor moeten zijn, vindt Henkens. Wat de situatie volgens haar niet ten goede komt, is het gebrek aan diversiteit onder Vlaamse journalisten. “Meer dan twee derde is man, minder dan 5% van hen heeft een of meer ouders die buiten België zijn geboren en slechts 3,4% beschouwt zichzelf als lid van een minderheidsgroep. Dat zorgt voor een gebrek aan empathie met de doelwitten van de war on woke en online haat in het algemeen. We krijgen de indruk dat voor journalisten de online haat richting vrouwen en minderheden er nu eenmaal bijhoort."


Geef je mening of deel in je netwerk

Over de auteur

Stef Arends

Stef Arends is eindredacteur bij Kif Kif. Eerder werkte hij drie jaar als journalist bij de vaste redactie van de onderzoekswebsite Apache.be. Hij wil met zijn journalistieke werk opkomen voor mensenrechten en een gelijke samenleving. Stef is te bereiken via email hidden; JavaScript is required en +31646950236.

Meer van Stef Arends